Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant,
Gelet op artikel 4:81 van de Algemene wet bestuursrecht;
Overwegende dat Gedeputeerde Staten op grond van artikel 27, tweede lid, van de Wegenwet
bevoegd zijn om de bebouwde kom Wegenwet vast te stellen
Overwegende dat Gedeputeerde Staten op grond van artikel 35, eerste lid, van de Wegenwet
bevoegd zijn om de wegenlegger vast te stellen;
Overwegende dat Gedeputeerde Staten nadere informatie nodig hebben om verzoeken tot
vaststelling van een bebouwde kom Wegenwet of een wegenlegger te kunnen behandelen
en de wens hebben om het opvragen hiervan op uniforme wijze te regelen;
Besluiten vast te stellen de volgende beleidsregel:
Toelichting behorende bij de Beleidsregel verzoeken vaststelling grens bebouwde kom
en wegenlegger Noord-Brabant
Algemeen
De Wegenwet bepaalt dat Gedeputeerde Staten bevoegd zijn tot het vaststellen van de
bebouwde kom en van de legger van een gemeente. Om een verzoek tot vaststelling van
de bebouwde kom of vaststelling van een legger te kunnen behandelen en daarover zorgvuldig
en gemotiveerd te kunnen besluiten, hebben Gedeputeerde Staten nadere informatie nodig.
De nadere informatie bestaat bijvoorbeeld uit documenten waaruit blijkt op basis waarvan
wegen openbaar zijn geworden, dan wel aan de openbaarheid zijn onttrokken en of dit
juist verwerkt is in de legger. Indien Gedeputeerde Staten niet beschikken over dergelijke
documenten, kunnen zij niet beoordelen of de bebouwde kom dan wel de legger juist
is opgesteld. Zorgvuldige besluitvorming is dan niet mogelijk.
Artikelsgewijs
Artikel 1 Begripsbepalingen
Onder d Plan van toedeling
Een plan van toedeling is het resultaat van een ruilverkavelingsproces en bevat onder
andere kavelindelingen en toedeling van de rechten ten aanzien van die kavels. In
een ruilverkavelingsproces kunnen onderhoudsverplichtingen aan wegen worden bepaald,
die in de wegenlegger vervolgens tot uitdrukking moeten komen.
Artikel 3 Beoordeling verzoek vaststellen grens bebouwde kom
Voor de beoordeling van het verzoek hebben Gedeputeerde Staten de gegevens nodig die
overeenkomen met de vereisten die op grond van de artikel 2 van het Wegenleggerbesluit
gelden voor de overzichtskaart behorende bij de legger. Burgemeester en wethouders
kunnen hierdoor de kaart die zij gebruiken voor hun verzoek tot vaststelling van de
bebouwde kom ook gebruiken voor de overzichtskaart behorende bij de legger. Daarnaast
hebben Gedeputeerde Staten aanvullende vereisten gesteld, die ertoe leiden dat de
kaart die wordt vastgesteld zo actueel mogelijk is.
Artikel 4 Beoordeling verzoek vaststellen wegenlegger
Onder a en b Het ontwerp van de legger en de overzichtskaart
Artikel 38 van de Wegenwet bepaalt dat de legger in tweevoud wordt opgemaakt. De overzichtskaart
hoort daarbij. Hieruit volgt dat bij het verzoek tot vaststelling van de legger het
ontwerp ervan, inclusief overzichtskaart, in tweevoud bij Gedeputeerde Staten wordt
ingediend.
Onder i Transponeringstabel
Omdat burgemeester en wethouders beschikken over kennis over de wegen die in hun gemeente
liggen en Gedeputeerde Staten minder of soms niet, is het voor Gedeputeerde Staten
ondoenlijk om te beoordelen of de in de ontwerplegger opgenomen gegevens juist zijn
in vergelijking met de op het moment van het verzoek nog geldende legger. Om het besluitvormingsproces
te bevorderen, hebben Gedeputeerde Staten een toelichting nodig over de verschillen
tussen de geldende legger en de ontwerplegger. Een transponeringstabel is daarvoor
het meest geschikte instrument.
Artikelen 5 en 6 Onvolledig verzoek vaststellen bebouwde kom en wegenlegger
Het ongebruikt laten verstrijken van de hersteltermijn, dan wel het niet volledig
of tijdig voldoen aan de aanvraagvereisten, kan ertoe leiden dat Gedeputeerde Staten
besluiten het verzoek buiten behandeling te laten.
Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant,
de voorzitter
|
de secretaris
|
prof. dr. W.B.H.J. van de Donk
|
drs. W.G.H.M. Rutten
|