Provinciale Staten van Noord-Brabant,
Gelezen het voorstel van Gedeputeerde Staten, d.d. 19 juli 2016 alsmede de Nota van
Wijziging in verband met een technische verbetering in het voorstel van Gedeputeerde
Staten 64/16 E d.d. 12 september 2016;
Gelet op de artikelen 5.4, eerste lid, onder a, en artikel 5.5 van de Wet algemene
bepalingen omgevingsrecht;
Overwegende dat gemeenten, provincies en de gemeenschappelijke diensten die in hun
opdracht werken, zich bij de zorg voor een gezonde en veilige fysieke leefomgeving
met oog voor de maatschappelijke functies daarvan, waar die zorg gestalte krijgt in
de vergunningverlening, het toezicht en de handhaving van het omgevingsrecht, voor
de gezamenlijke opgave gesteld zien om in landelijk verband de kwaliteit van deze
uitvoering en handhaving te bevorderen, te borgen en te beoordelen;
Overwegende dat het met het oog daarop wenselijk is om regels vast te stellen, in
onderlinge afstemming op het niveau van omgevingsdiensten ODBN, OMWB en ODZOB, door
de deelnemende gemeenten en de provincie;
Overwegende dat het richtsnoer voor de kwaliteitsbevordering in ieder geval de in
landelijke samenwerking opgestelde kwaliteitscriteria VTH zijn, die op basis van technische
en maatschappelijke ontwikkelingen indien daartoe aanleiding is, met betrokken partijen
in landelijke afstemming zullen worden aangepast;
Gehoord de Minister van Infrastructuur en Milieu en het College van Procureurs-Generaal;
Besluiten vast te stellen de volgende verordening: