Provinciale Staten van Noord-Brabant,
Gelezen het voorstel van Gedeputeerde Staten, d.d. 5 september 2017;
Gelet op artikel 91 van de Wet inrichting landelijk gebied en artikel 220 van de Provinciewet;
Overwegende dat in de provincie Noord-Brabant een aantal landinrichtingsprojecten,
op basis van de Wet inrichting landelijk gebied, in de uitvoering is;
Overwegende dat de gezamenlijke eigenaren, van de in een herverkaveling betrokken
onroerende goederen, aan de kosten van de landinrichting dienen bij te dragen, welke
kosten worden omgeslagen zoals bepaald in de lijst der geldelijke regelingen;
Overwegende dat de provincie bevoegd is tot heffing en invordering van de over de
eigenaren omgeslagen kosten, die worden geheven bij wege van een aanslag;
Overwegende dat het met het oog daarop noodzakelijk is dat daartoe door Provinciale
Staten een heffingsverordening wordt vastgesteld;
Besluiten vast te stellen de volgende verordening: