Toelichting behorende bij het Instellingsbesluit doelgebonden depositiebank infrastructurele
projecten Noord-Brabant
IAlgemene toelichting
Juridisch kader
Gedeputeerde Staten hebben beleidsregels over externe saldering vastgesteld in de
Beleidsregel natuurbescherming. Met de Veertiende wijziging van deze Beleidsregel
is de mogelijkheid gecreëerd om binnen een stikstofbank ook een doelgebonden depositiebank
op te richten (artikel 2.10a en 2.10c van de Beleidsregel). Zoals de naam al aangeeft
zijn dit voor een specifiek doel opgerichte depositiebanken. Dit doel kan algemeen
van aard zijn, zoals een betere economische ontwikkeling of gericht van aard, zoals
de ontwikkeling van een bepaalde locatie. De instelling van een dergelijke doelgebonden
depositiebank vormt de basis voor de toekomstige vergunningen in het kader van de
Wet natuurbescherming voor het betreffende project. Uit artikel 2.10c, tweede lid
van de Beleidsregel natuurbescherming volgt dat Gedeputeerde Staten een doelgebonden
depositiebank kunnen instellen door middel van een instellingsbesluit.
In de jurisprudentie over externe saldering is aanvaard dat saldering in de vorm van
intrekking van een toestemming van een saldogevende activiteit ten behoeve van de
verlening van een vergunning op grond van de Wet natuurbescherming voor de oprichting
of uitbreiding van een saldo-ontvangende activiteit, onder voorwaarden kan worden
betrokken als mitigerende maatregel in een passende beoordeling. Er dient onder andere
sprake te zijn van een directe samenhang tussen de intrekking van de toestemming en
de verlening van de natuurvergunning.1 Deze samenhang tussen de ingetrokken toestemming van een saldogevende activiteit
en de verlening van een toestemming ten behoeve van de saldo-ontvangende activiteit,
zoals aan de orde bij reguliere externe saldering, wordt bij gebruik van de depositiebank
geborgd. Hierbij worden alle gegevens die behoren bij de bijschrijvingen van een doelgebonden
depositiebank op bronniveau bewaard, zodat toegedeelde ruimte altijd herleidbaar blijft
naar de saldogever via bronbestanden.
Doel en inhoud van het besluit
Het onderhavige besluit omvat zowel de instelling van de doelgebonden depositiebank
infrastructurele projecten Noord-Brabant als de regels die van toepassing zijn bij
vulling of toedeling van depositieruimte in die bank. Daarbij wordt zowel het specifieke
doel van de depositiebank (realiseren van infrastructurele projecten) vastgesteld
als de termijn waarvoor de depositiebank is ingesteld (vijf jaar). Op deze wijze wordt
nadere invulling gegeven aan de Beleidsregel natuurbescherming Noord-Brabant (zie
artikel 2.10c van die beleidsregel).
Gegevens met betrekking tot de reservering, de toedeling, de afschrijving en de bijschrijving
van de depositieruimte worden conform de bepalingen van dit besluit opgenomen in de
depositiebank. De beschikbare depositieruimte wordt verminderd door het reserveren
en toedelen van depositie aan projecten. De beschikbare depositieruimte wordt vermeerderd
door de vulling.
Het doel van de onderhavige doelgebonden depositiebank is het mogelijk maken van aanleg,
reconstructie, onderhoud en gebruik van provinciale wegen. Dit betekent dat wegen
in beheer dan wel eigendom van Rijkswaterstaat of gemeenten hier niet onder vallen.
De depositieruimte is niet alleen bedoeld voor aanleg of reconstructie van wegen.
Ook voor het in gebruik nemen van wegen – na aanleg of reconstructie –kan depositieruimte
nodig zijn.
II Artikelsgewijze toelichting
Artikel 1 Begripsbepalingen
De ‘provinciale weg’ is gedefinieerd conform de interim omgevingsverordening.
Artikel 4 Vulling met depositieruimte
De ruimte in de doelgebonden depositiebank wordt bij wijzigingen steeds opnieuw (her)berekend
aan de hand van het dan geldende model van AERIUS-calculator. Er is geen absoluut
en afdwingbaar recht op depositieruimte voor projecten of initiatiefnemers.
Zoals uit artikel 3 volgt, gelden de voorwaarden uit de Beleidsregel natuurbescherming
onverkort. Op vrijgemaakte depositieruimte zoals benoemd in artikel 3 zijn dan ook
de eisen van toepassing zoals opgenomen in artikel 2.7, eerste tot en met vijfde en
zevende tot en met twaalfde lid Beleidsregel natuurbescherming. Overeenkomstig de
Beleidsregel geldt voor dit instellingsbesluit ook de regel dat bij externe saldering
30% van de N-emissie wordt afgeroomd (artikel 2.7, twaalfde lid Beleidsregel natuurbescherming).
Artikel 5 Reserveren van depositieruimte
Eerste lid
Een volledig aanvraag is een aanvraag waarop artikel 4:5 van de Algemene wet bestuursrecht
niet (meer) hoeft te worden toegepast. Alleen in die gevallen dat een volledige aanvraag
is ingediend en er voldoende depositieruimte in de depositiebank aanwezig is, kan
uitgifte uit de depositiebank plaatsvinden.
Indien er bij een volledige aanvraag onvoldoende depositieruimte voorhanden blijkt
te zijn voor reservering van de depositieruimte op dat moment, wordt alsnog depositieruimte
uit de doelgebonden depositiebank gereserveerd op het eerste moment dat deze wel voorhanden
is.
Tweede lid
In navolging van artikel 2.5 Beleidsregel natuurbescherming gebruiken Gedeputeerde
Staten AERIUS Calculator bij de beoordeling van aanvragen met betrekking tot stikstofdepositie.
Derde lid
Gelet op het doelgebonden karakter van de depositiebank moet een aanvraag voldoen
aan artikel 3 van dit besluit.
Vijfde lid
Als Gedeputeerde Staten door dringende omstandigheden een andere prioritering van
infrastructurele projecten wensen dan de volgorde van binnenkomst van de aanvragen
die een beroep doen op deze bank, kunnen zij gemotiveerd afwijken van de in het eerste
lid bedoelde volgorde van binnenkomst. Dringende omstandigheden kunnen met name, maar
niet uitsluitend, gelegen zijn in (verkeers)veiligheid en volksgezondheid. Tevens
wordt als dringende omstandigheid beschouwd, de situatie waarin het niet alsnog prioriteren
van bepaalde infrastructurele projecten naar gerede verwachting aanzienlijke schade
veroorzaakt bij de (economische) ontwikkeling aan het doel als bedoeld in artikel
3.
De bevoegdheid om een andere prioritering aan te leggen, hebben Gedeputeerde Staten
niet gemandateerd.
Artikel 6 Toedeling van depositieruimte
Eerste lid
Aanhef
Veelal zal een salderingsbeslissing niet separaat op schrift worden gesteld, maar
zal deze zijn weerslag krijgen in de beslissing op de aanvraag van de natuurvergunning.
Een eventueel daartegen gerichte grief kan in de procedure van de natuurvergunning
worden meegenomen, omdat dit een zogeheten voorbereidingsbeslissing betreft.
Onder a
Slechts de ruimte die conform artikel 5 is gereserveerd voor de te verlenen natuurvergunning,
kan worden uitgegeven door middel van die natuurvergunning. Hiermee wordt het verband
duidelijk gelegd tussen de ruimte die in de depositiebank wordt geplaatst en gereserveerd
ten behoeve van de te verlenen natuurvergunning en de uiteindelijk verleende natuurvergunning.
Onder b
Per Natura 2000-gebied wordt voor elk relevant hexagoon voor stikstofgevoelige habitattypes
het saldo dat afkomstig is van een ingetrokken toestemming van een saldogevende activiteit
geregistreerd. Datzelfde gebeurt voor de onttrokken saldi voor de saldo-ontvangende
activiteit. Bij onttrekking van saldo ten behoeve van de toedeling ervan is bepalend
of voor de relevante hexagonen in de depositiebank nog voldoende saldo van de gezamenlijke
saldogevende activiteiten geregistreerd staat.
Derde en vijfde lid
In aanvulling op de Beleidsregel natuurbescherming is bepaald dat eventuele resterende
depositieruimte door tijdsverloop van het instellingsbesluit vervalt, waarbij deze
ten goede komt aan de reductie van stikstofdepositie.
Vierde lid
De termijn die is gekoppeld aan de instelling van de doelgebonden depositiebank infrastructurele
projecten Noord-Brabant is in beginsel een periode van vijf jaar (zie de vervaltermijn
in artikel 8). Deze termijn is ingegeven door de te voorziene gemiddelde looptijd
van infrastructurele projecten. Het is dan ook de bedoeling om de infrastructurele
projecten binnen vijf jaar na instelling van de depositiebank af te ronden. Gedeputeerde
Staten kunnen de termijn echter verlengen, mits voor het eind van de eerste termijn
(vijf jaar na inwerkingtreding van dit besluit) door de programma’s mobiliteit en
infrastructurele projecten in voldoende mate (genoegzaam) is aangetoond dat verlenging
nodig is, omdat de infrastructurele projecten, ondanks voldoende inspanningen daartoe,
niet binnen de initiële termijn van vijf jaren zijn of kunnen worden gerealiseerd.
Indien die omstandigheid zich voordoet, kunnen Gedeputeerde Staten eveneens de looptijd
van deze doelgebonden depositiebank met maximaal vijf jaren verlengen door een nieuw
besluit te nemen tot verlenging van de looptijd van het instellingsbesluit.
Wanneer het instellingsbesluit echter niet binnen vijf jaar na inwerkingtreding van
dit besluit, is gewijzigd, komt de doelgebonden depositiebank te vervallen en vervalt
de eventuele depositieruimte in de depositiebank ten gunste van de stikstofreductie.
Zesde lid
Indien een natuurvergunning voor een wegproject wordt vernietigd of ingetrokken na
de vervaldatum van de doelgebonden depositiebank (vijf of bij verlenging maximaal
tien jaren na inwerkingtreding van het instellingsbesluit), vervalt het betrokken
saldo en vloeit dit niet meer terug in de doelgebonden depositiebank. Dit in afwijking
van artikel 6, vijfde lid.
’s-Hertogenbosch, 27 juni 2022
Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant,
de voorzitter,
mr. I.R. Adema
de secretaris,
drs. M.J.A. van Bijnen MBA