• Geldig sinds 02 november 2022.

    Print deze versie:

Inhoud regeling

Beleidsregel van Gedeputeerde Staten van de provincie Noord-Brabant 3 oktober 2022 houdende regels omtrent treasury (Treasurystatuut Noord-Brabant 2022)

Geldend van 02-11-2022 t/m heden

Intitulé

Beleidsregel van Gedeputeerde Staten van de provincie Noord-Brabant 3 oktober 2022 houdende regels omtrent treasury (Treasurystatuut Noord-Brabant 2022)

Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant,

Gelet op artikel 4:81 van de Algemene wet bestuursrecht en artikel 2.1 van de Verordening treasury Noord-Brabant 2021;

Overwegende dat Gedeputeerde Staten voor de inrichting en tenuitvoerlegging van een adequaat werkende treasuryfunctie een treasurystatuut wensen vast te stellen;

Besluiten vast te stellen de volgende beleidsregel:

Paragraaf 1 Algemene bepalingen

Artikel 1.1 Begripbepalingen

In dit treasurystatuut wordt verstaan onder:

beleggen: uitzetten van middelen in de vorm van een obligatie, onderhandse lening, deposito of stand op een rekeningcourant;

Beleggingscommissie: Beleggingscommissie als bedoeld in bijlage 6, behorende bij dit treasurystatuut;

debiteurenlimiet: maximale omvang van een uitzetting per aanvrager als percentage van het toegewezen vermogen aan de immunisatieportefeuille;

derivaten: financiële instrumenten die hun bestaan ontlenen aan een bepaalde onderliggende waarde;

dividend - en rentereserve: reservering op de balans met als doel een jaar op jaar stabiele begroting te bewerkstelligen;

due diligence: onderzoek naar en analyse van de economische, juridische, fiscale en financiële omstandigheden en de integere bedrijfsvoering van een entiteit of onderneming;

Expected Loss: methode die wordt gebruikt om te berekenen wat het voorgecalculeerd risico is van een individuele belegging of kredietverstrekking van de immunisatieportefeuille;

immunisatieportefeuille: portefeuille van beleggingen met als doel jaarlijks een vaste inkomensstroom te realiseren ten behoeve van de begroting;

investeren: uitzetten van middelen in de vorm van het participeren in eigen vermogen, het verkrijgen van eigendom van roerende en onroerende zaken of het deelnemen in fondsen;

krediet verstrekken: uitzetten van middelen in de vorm van een lening;

liquiditeitsplanning: overzicht van de verwachte ontvangsten en uitgaven van de provincie voor een bepaalde periode;

onderhandse lening: lening aan een decentrale overheid waarop de provincie geen financieel toezicht houdt;

overige financiële middelen: alle financiële middelen van de provincie die niet zijn toegewezen aan de immunisatieportefeuille;

rendementsrisico: risico dat in enig jaar onvoldoende rendement wordt gemaakt voor de dekking van de begrotingsuitgaven;

risicobudget: maximale bedrag dat met een bepaalde waarschijnlijkheid verloren mag gaan in een bepaalde tijd;

risicohouding: mate waarin de provincie bereid is risico’s te lopen om haar doelstellingen te realiseren;

Ruddo: Regeling uitzettingen en derivaten decentrale overheden;

treasuryfunctie: alle activiteiten die zich richten op het sturen en beheersen van, het verantwoorden over en het toezicht houden op de financiële vermogenswaarden, de financiële stromen en de financiële posities;

Team Immunisatieportefeuille: Team Immunisatieportefeuille als bedoeld in bijlage 5, behorende bij dit treasurystatuut;

Team Treasury: Team Treasury als bedoeld in bijlage 5, behorende bij dit treasurystatuut;

Treasury Commitee: Treasury Committee als bedoeld in bijlage 6, behorende bij dit treasurystatuut;

uitzettingen: bedragen die zijn uitgeleend, geïnvesteerd of belegd;

Value at Risk: methode die wordt gebruikt om te berekenen wat het potentieel verlies is voor uitzettingen in een bepaalde periode;

vermogensrisico: risico op een duurzame waardevermindering op het ingezette vermogen bij investeringen, kredieten of beleggingen;

wet fido: Wet financiering decentrale overheden.

Paragraaf 2 Immunisatieportefeuille

Artikel 2.1 Uitgangspunten beleid immunisatieportefeuille

Met betrekking tot de immunisatieportefeuille nemen Gedeputeerde Staten de volgende uitgangspunten in acht:

  • a.

    de immunisatieportefeuille is een afgescheiden deel van het vermogen en wordt ingezet om bij te dragen aan de realisatie van de publieke taak;

  • b.

    de uitzettingen geschieden tegen marktconforme condities;

  • c.

    er wordt een debiteurenlimiet van 10% gehanteerd, met uitzondering van de uitzettingen in de schatkist.

Artikel 2.2 Uitgangspunten uitzetten van middelen via een belegging

Met betrekking tot de het uitzetten van middelen, via een belegging in de immunisatieportefeuille, nemen Gedeputeerde Staten de volgende uitgangspunten in acht:

  • a.

    de maximale looptijd van een belegging is 30 jaar;

  • b.

    er worden geen middelen via een belegging uitgezet bij een artikel 12-gemeente als bedoeld in artikel 12 van de Financiële-verhoudingswet of een gemeente die onder preventief toezicht staat;

  • c.

    bij het uitzetten van de middelen via een belegging worden de meest kostenefficiënte instrumenten toegepast, waarbij ook de kosten voor het interne beheer in overweging worden genomen;

  • d.

    het uitzetten van de middelen via een belegging voldoet te allen tijde aan het gedefinieerde risicobeleid en de gedefinieerde risicobudgetten, zoals opgenomen in paragraaf 4.

Artikel 2.3 Kader voor uitzetten van middelen via een belegging

  • 1. Gedeputeerde Staten stellen het kader van het beoogde rendement en het beoogde volume van een beleggingsvoorstel vast:

    • a.

      op basis van een voorstel van het Treasury Commitee;

    • b.

      dat is afgestemd met Team Treasury; en

    • c.

      waarover de Beleggingscommissie advies heeft uitgebracht.

  • 2. Gedeputeerde Staten besluiten over de beleggingsvoorstellen.

Artikel 2.4 Beoordeling aanvraag krediet of investering

Gedeputeerde Staten beoordelen op basis van een advies van Team Immunisatieportefeuille of een aanvraag voor een krediet of investering initieel passend is binnen de kaders en uitgangspunten van de inzet van middelen vanuit de immunisatieportefeuille.

Artikel 2.5 Beoordeling krediet- of investeringsvoorstel

  • 1. Gedeputeerde Staten leggen het krediet- of investeringsvoorstel ter beoordeling voor aan een adviescommisie ingesteld op grond van artikel 82 van de Provinciewet nadat de stappen, opgenomen in bijlage 1 behorende bij dit treasurystatuut, zijn doorlopen waarna de adviescommissie de voorstellen beoordeelt op basis van het risicoprofiel, rendement en de bedrijfseconomische gegoedheid.

  • 2. Na de positieve beoordeling door de adviescommissie leggen Gedeputeerde Staten het krediet- of investeringsvoorstel ter advies voor aan het Treasury Committee.

Artikel 2.6 Kredietbeheer

Met betrekking tot kredietbeheer nemen Gedeputeerde Staten de volgende uitgangspunten in acht:

  • a.

    de inning van vorderingen op derden is centraal georganiseerd;

  • b.

    naast het bewaken van de tijdige en volledige betaling wordt gemonitord of de geldnemer voldoet aan de specifieke voorwaarden uit de kredietovereenkomst en aanverwante documentatie;

  • c.

    het niet voldoen aan de voorwaarden in de kredietovereenkomst en aanverwante documentatie kan aanleiding zijn om in contact te treden met de geldnemer en zo nodig aanvullende afspraken te maken in het kader van het kredietbeheer;

  • d.

    indien wordt geconstateerd dat de kredietnemer kampt met betalingsproblemen of betalingsachterstanden, leidt dit tot een aangepaste inschatting van de financiële risico’s en een aangepaste risicoclassificering binnen het risicomanagement.

Artikel 2.7 Soorten kredieten

  • 1. Gedeputeerde Staten verstrekken kredieten aan zowel publieke als private partijen.

  • 2. De kredietverstrekking kan de volgende kredieten betreffen:

    • a.

      senior leningen;

    • b.

      achtergestelde leningen;

    • c.

      converteerbare leningen;

    • d.

      achtergestelde converteerbare leningen, al dan niet met verliesabsorptie of afschrijvings-mechanisme;

    • e.

      kasgeldleningen;

    • f.

      revolverende kredietfaciliteit.

  • 3. Er wordt met de volgende aflossingsvormen op kredieten gewerkt:

    • a.

      bullet;

    • b.

      lineair;

    • c.

      annuïtair;

    • d.

      perpetueel;

    • e.

      ballon.

  • 4. Combinaties van de aflosvormen of maatwerk aflosschema’s zijn mogelijk.

  • 5. Converteerbare leningen en achtergestelde converteerbare leningen worden alleen verleend aan verbonden partijen als bedoeld in artikel 1, onder b, van het Besluit begroting en verantwoording provincies en gemeenten.

Artikel 2.8 Zekerheden met betrekking tot kredieten

Met betrekking tot het verkrijgen van zekerheden nemen Gedeputeerde Staten de volgende uitgangspunten in acht:

  • a.

    het verkrijgen van zekerheden is geen absolute voorwaarde voor het verstrekken van een krediet, maar heeft wel de voorkeur;

  • b.

    bij iedere aanvraag voor een krediet worden eventuele zekerheden als onderdeel van het maatwerk per uitzetting meegenomen;

  • c.

    per krediet wordt bepaald in hoeverre het verkrijgen van zekerheden mogelijk en wenselijk is;

  • d.

    bij het beoordelen van het financiële risico, het rentepercentage en het rendement van een krediet wordt het effect van deze zekerheden meegenomen;

  • e.

    indien sprake is van het verstrekken van zekerheden, is de daadwerkelijke formele vestiging van de zekerheden een opschortende voorwaarde voor het verstrekken van een krediet.

Artikel 2.9 Kaders en risicolimieten krediet- en investeringsbeleid

  • 1. Gedeputeerde Staten evalueren en herijken jaarlijks de kaders en risicolimieten, vanwege het jaarlijks vaststellen van het risicobudget voor de immunisatieportefeuille door Provinciale Staten.

  • 2. Gedeputeerde Staten betrekken de uitkomsten van de jaarlijkse evaluatie en herijking van de kaders en risicolimieten bij het beoordelen van de toereikendheid van de hoogte van het risicobudget.

  • 3. Gedeputeerde Staten laten de jaarlijkse evaluatie en herijking van de kaders en risicolimieten uitvoeren door Team Immunisatieportefeuille, in afstemming met de treasurer.

  • 4. Gedeputeerde Staten stellen de kaders en risicolimieten van het kredietbeleid vast:

    • a.

      op basis van een voorstel van Team Immunisatieportefeuille;

    • b.

      dat is afgestemd met de treasurer; en

    • c.

      waarover het Treasury Committee advies heeft uitgebracht.

Paragraaf 3 Overige financiële middelen

Artikel 3.1 Uitgangspunten beleid overige financiële middelen

Met betrekking tot de overige financiële middelen nemen Gedeputeerde Staten de volgende uitgangspunten in acht:

  • a.

    de middelen die vallen onder overige financiële middelen worden alleen via een belegging uitgezet;

  • b.

    de looptijd van de beleggingen wordt afgestemd op de liquiditeitsplanning van de provincie, waarbij alle inkomsten en uitgaven zijn geraamd tot minimaal 10 jaar vooruit met als doel het zo goed mogelijk matchen van toekomstige inkomsten en uitgaven;

  • c.

    de maximale looptijd van een belegging is 30 jaar;

  • d.

    er worden geen middelen via een belegging uitgezet bij een artikel 12-gemeente als bedoeld in artikel 12 van de Financiële-verhoudingswet of een gemeente die onder preventief toezicht staat;

  • e.

    bij het uitzetten van de middelen via een belegging worden de meest kostenefficiënte instrumenten toegepast, waarbij ook de kosten voor het interne beheer in overweging worden genomen;

  • f.

    het uitzetten van de middelen via een belegging voldoet te allen tijde aan het gedefinieerde risicobeleid, zoals opgenomen in artikel 4.8;

  • g.

    het behaalde rendement van de overige financiële middelen wordt toegewezen aan de immunisatieportefeuille;

  • h.

    besluitvorming geschiedt conform artikel 2.3.

Artikel 3.2 Het aantrekken van financiële middelen

Met betrekking tot het aantrekken van financiële middelen nemen Gedeputeerde Staten de volgende uitgangspunten in acht:

  • a.

    zolang er voldoende liquide middelen beschikbaar zijn, wordt er geen externe financiering aangetrokken;

  • b.

    het aantrekken van financiële middelen vindt uitsluitend plaats ter uitoefening van de publieke taak;

  • c.

    het aantrekken van financiële middelen geschiedt tegen marktconforme condities, waarbij meerdere partijen benaderd worden voor een offerte.

Artikel 3.3 Kader voor het aantrekken van financiële middelen

  • 1. Gedeputeerde Staten stellen het kader van het beoogde rentepercentage en het beoogde volume van een financieringsvoorstel vast:

    • a.

      op basis van een voorstel van het Treasury Commitee;

    • b.

      dat is afgestemd met Team Treasury; en

    • c.

      waarover de Beleggingscommissie advies heeft uitgebracht.

  • 2. Gedeputeerde Staten besluiten over een financieringsvoorstel.

Artikel 3.4 De inzet van derivaten

  • 1. Met betrekking tot de inzet van derivaten nemen Gedeputeerde Staten de volgende uitgangspunten in acht:

    • a.

      speculatief handelen in derivaten, zonder dat er sprake is van bestaande of toekomstige financiële risico’s, wordt niet toegestaan;

    • b.

      derivaten worden op marktconforme basis afgesloten door het opvragen van tarieven bij meerdere partijen.

  • 3. Alle voorstellen waarbij mogelijk derivaten zijn betrokken, inclusief een risicoparagraaf, worden ter goedkeuring aangeboden aan Gedeputeerde Staten, waarbij deze voorstellen vooraf door Team Treasury ter advisering worden aangeboden via de Beleggingscommissie aan het Treasury Committee.

Paragraaf 4 Beheersing van de risico’s

Artikel 4.1 Methodiek voor het kwantificeren van de financiële risico’s

Gedeputeerde Staten passen voor het kwanitifcieren van de financiële risico’s de volgende berekingsmethodieken toe:

  • a.

    voor kredieten en beleggingen: Expected Loss en Value at Risk;

  • b.

    voor investeringen: Value at Risk;

Artikel 4.2 Soorten risico’s immunisatieportefeuille

Gedeputeerde Staten onderscheiden, op het niveau van de totale immunisatieportefeuille, de volgende risico’s:

  • a.

    het rendementsrisico, dat wordt gedekt door de dividend– en rentereserve, waarbij:

    • 1°.

      Provinciale Staten jaarlijks vaststellen wat het te behalen rendement bedraagt voor het dekken van de begrotingsuitgaven in het eerstvolgende begrotingsjaar;

    • 2°.

      er sprake is van een tekort indien het werkelijke of verwachte rendement lager is dan het te behalen rendement;

  • b.

    het vermogensrisico, dat wordt gedekt door het risicobudget van de immunisatieportefeuille, van, bij vaststelling van dit treasurystatuut, totaal € 90 miljoen, waarbij het vermogensrisico:

    • 1°.

      betrekking heeft op het verlies, indien een deel van de investering verloren gaat of een lening gedeeltelijk niet wordt terugbetaald;

    • 2°.

      wordt bepaald op basis van Expected Loss of Value at Risk.

Artikel 4.3 Uitgangspunten risicometing uitzettingen immunisatieportefeuille

Met betrekking tot het risico van de immunisatieportefeuille nemen Gedeputeerde Staten de volgende uitgangspunten in acht:

  • a.

    voor iedere individuele belegging of individueel krediet wordt op voorhand een risico-inschatting gemaakt op basis van Expected Loss;

  • b.

    op portefeuilleniveau wordt een risicoinschatting gemaakt op basis van Value at Risk;

  • c.

    de risico-inschattingen hebben betrekking op de omvang van het vermogensrisico;

  • d.

    het totale risicobudget voor het afdekken van het vermogensrisico wordt verdeeld in drie compartimenten, te weten compartiment I, II en III;

  • e.

    voor ieder compartiment afzonderlijk wordt een risico-inschatting gemaakt op basis van Expected Loss of Value at Risk;

  • f.

    de op voorhand gemaakte risico-inschatting voor de totale portefeuille aan uitzettingen, berekend op basis van de Value at Risk methodiek, is altijd lager dan het totale risicobudget.

Artikel 4.4 Risicocompartimenten en inzet risicobudget

  • 1. Gedeputeerde Staten zetten het risicobudget van de immunisatieportefeuille voor het afdekken van het vermogensrisico in volgens de volgende systematiek:

    • a.

      kredieten, investeringen of beleggingen met een risico-inschatting groter dan 2% van de nominale uitzetting, komen alleen in aanmerking als uitzetting, indien het risico dat boven de 2% uitstijgt voor 50% wordt afgedekt met beleidsgeld;

    • b.

      indien de risico-inschatting, bedoeld onder a, voor een individuele uitzetting onder de 2% ligt, wordt deze geclassificeerd als een uitzetting onder compartiment I van het risicobudget;

    • c.

      indien de risico-inschatting, bedoeld onder a, voor een individuele uitzetting boven de 2% ligt, of indien er sprake is van een investering, wordt deze geclassificeerd als een uitzetting onder compartiment II van het risicobudget;

    • d.

      compartiment III dient voor de afdekking van de overschrijdingen van risicobudgetten van compartiment I en II.

  • 2. Gedeputeerde Staten leggen de jaarlijkse verdeling van het risicobudget over de drie compartimenten, in het kader van de vaststelling van de begroting, voor advies voor aan het Treasury Committee.

  • 3. Gedeputeerde Staten actualiseren elk half jaar, de risico-inschattingen voor zowel de immunisatieportefeuille in totaal als voor de drie compartimenten.

Artikel 4.5 Compartiment I

  • 1. Gedeputeerde Staten dekken met compartiment I het verwachte verlies, bedoeld in artikel 4.4, eerste lid, onder b, af.

  • 2. Gedeputeerde Staten nemen met betrekking tot compartiment I de volgende uitgangspunten in acht:

    • a.

      de omvang van dit compartiment bedraagt bij vaststelling van dit treasurystatuut € 20 miljoen;

    • b.

      indien van toepassing, vinden afschrijvingen op het risicobudget van een uitzetting in compartiment I binnen dit compartiment plaats;

    • c.

      het verwachte risico op dit compartiment wordt bepaald met behulp van Expected Loss per uitzetting en Value at Risk voor het totale compartiment I;

    • d.

      de laagste van Expected Loss of Value at Risk is leidend voor het bepalen van de omvang van het risico en voor het benodigde deel van het totale risicobudget;

    • e.

      indien de Value at Risk minus de Expected Loss positief is, wordt dit meegenomen in de bepaling van de omvang van het risicobudget voor compartiment III;

    • f.

      indien uit de periodieke herwaardering blijkt dat de laagste van de risico-inschatting op basis van de Value at Risk of Expected Loss hoger is dan het risicobudget voor dit compartment, wordt dit compartiment tot dat niveau aangevuld vanuit het risicobudget van compartiment III.

Artikel 4.6 Compartiment II

  • 1. Gedeputeerde Staten dekken met compartiment II het verwachte verlies, bedoeld in artikel 4.4, eerste lid, onder c, af.

  • 2. Gedeputeerde Staten nemen met betrekking tot compartiment II de volgende uitgangspunten in acht:

    • a.

      de omvang van dit compartiment bedraagt bij vaststelling van dit treasurystatuut € 50 miljoen;

    • b.

      indien van toepassing, vinden afschrijvingen op het risicobudget van een uitzetting in compartiment II ook binnen dit compartiment plaats;

    • c.

      er kan besloten worden om tot maximaal 100% van het risico via dit compartiment af te dekken en daarmee geheel of gedeeltelijk af te zien of gebruik te maken van afdekking met beleidsgeld;

    • d.

      het verwachte risico en verlies van uitzettingen in dit compartiment wordt bepaald met behulp van Expected Loss of Value at Risk per uitzetting en Value at Risk voor het totale compartiment II;

    • e.

      indien uit de periodieke herwaardering blijkt dat de risico-inschatting op basis van de Value at Risk hoger is dan het risicobudget voor dit compartment, wordt dit compartiment tot dat niveau aangevuld vanuit het risicobudget van compartiment III.

Artikel 4.7 Compartiment III

  • 1. Gedeputeerde Staten dekken met compartiment III de onverwachte verliezen van de totale portefeuille af, bepaald op basis van Value at Risk.

  • 2. Gedeputeerde Staten nemen met betrekking tot compartiment III de volgende uitgangspunten in acht:

    • a.

      de omvang van dit compartiment bedraagt bij vaststelling van dit treasurystatuut € 20 miljoen;

    • b.

      indien uit de periodieke actualisatie blijkt dat de risico-inschattingen voor compartiment I of II hoger zijn dan de daarvoor geldende risicobudgetten, worden de risicobudgetten voor compartiment I of II tot dat niveau aangevuld vanuit het risicobudget van compartiment III.

Artikel 4.8 Risico’s uitzettingen met overige financiële middelen

  • 1. Gedeputeerde Staten passen voor de overige financiële middelen de Expected Loss methodiek voor het kwantificeren van de financiële risico’s toe.

  • 2. Gedeputeerde Staten houden geen risicobudget aan voor de risico’s op uitzettingen met overige financiële middelen.

Artikel 4.9 Value at Risk kredieten en beleggingen

Gedeputeerde Staten maken, bij het berekenen van de Value at Risk voor zowel individuele kredieten en beleggingen als voor de totale portefeuille van kredieten en beleggingen, gebruik van de daarvoor ontwikkelde rekentool, opgenomen in bijlage 2, behorende bij dit treasurystatuut.

Artikel 4.10 Value at Risk investeringen

Gedeputeerde Staten maken, bij het berekenen van de Value at Risk voor investeringen, gebruik van de daarvoor ontwikkelde rekentool, opgenomen in bijlage 3, behorende bij dit treasurystatuut.

Artikel 4.11 Value at Risk totale portefeuille aan uitzettingen

Gedeputeerde Staten combineren met behulp van de rekentools, opgenomen in bijlagen 2 en 3, behorende bij dit treasurystatuut, de uitkomsten van de berekeningen van de Value at Risk voor alle bestaande kredieten, investeringen en beleggingen om tot de risico-inschatting voor de totale portefeuille te komen.

Artikel 4.12 Expected Loss kredieten en beleggingen

Gedeputeerde Staten maken, bij het berekenen van het verwachte risico en mogelijke verlies voor individuele uitzettingen in de vorm van kredieten of beleggingen, gebruik van de Expected Loss methodiek, opgenomen in bijlage 4 behorende bij dit treasurystatuut.

Paragraaf 5 Governance

Artikel 5.1 De hiërarchische organisatie

De taken en verantwoordelijkheden van de hiërarchische organisatie zijn opgenomen in bijlage 5, behorende bij dit treasurystatuut.

Artikel 5.2 De functionele organisatie

De taken en verantwoordelijkheden van de functionele organisatie zijn opgenomen in bijlage 6, behorende bij dit treasurystatuut.

Paragraaf 6 Processen

Artikel 6.1 Processen treasuryactiviteiten

  • 1. Met betrekking tot de processen over de treasuryactiviteiten nemen Gedeputeerde Staten de volgende uitgangspunten in acht:

    • a.

      de treasuryactiviteiten worden weergegeven in processen en beschreven in procesdocumenten;

    • b.

      per proces wordt een proceseigenaar benoemd die verantwoordelijk is voor:

      • 1°.

        de borging van een efficiënt overdrachtsmoment van het ene naar het andere proces of deelproces;

      • 2°.

        het actueel houden van de processen en de vastlegging daarvan in het procesdocument;

    • c.

      de processen worden uitgewerkt en vastgelegd in een procesdocument aan de hand van de volgende niveaus:

      • 1°.

        categorie;

      • 2°.

        procesgroepering;

      • 3°.

        activiteit;

      • 4°.

        taak;

    • d.

      in het procesdocument worden in ieder geval de processen, bedoeld onder c, onder 1° tot en met 3°, door de proceseigenaar in overleg met de verschillende teams uitgewerkt.

  • 2. Het proces van uitzetten van middelen uit de immunisatieportefeuille in het kader van de publieke taak is als schema opgenomen in bijlage 7, behorende bij dit treasurystatuut.

Paragraaf 7 Rapportages

Artikel 7.1 Rapportages

  • 1. Gedeputeerde Staten rapporteren in de jaarlijkse begroting, de jaarrekening en het jaarverslag over de uitvoering van de treasuryfunctie, waarbij ingegaan wordt op het beleid, de governance, de processen met betrekking tot beleggen, krediet verstrekken en investeren.

  • 2. In de procesbeschrijvingen kunnen andere rapportages worden benoemd.

Paragraaf 8 Slotbepalingen

Artikel 8.1 Evaluatie

Gedeputeerde Staten zenden in 2026 en vervolgens telkens na vier jaar aan Provinciale Staten een verslag over de doeltreffendheid en de effecten van deze beleidsregel in de praktijk.

Artikel 8.2 Inwerkingtreding

Deze beleidsregel treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van het Provinciaal Blad waarin zij wordt geplaatst.

Artikel 8.3 Citeertitel

Deze beleidsregel wordt aangehaald als: Treasurystatuut Noord-Brabant 2022.

Ondertekening

’s-Hertogenbosch, 3 oktober 2022

Gedeputeerde Staten voornoemd,

de voorzitter,

mr. I.R. Adema

de secretaris,

drs. P.J. Buijtels

Bijlage 1 behorende bij artikel 2.5 van het Treasurystatuut Noord-Brabant 2022

 

Stappen

Toelichting per stap

1.

Aanvraag en vergelijking voorstel met beleid

Check of aanvraag initieel past binnen de publieke taak en doelstellingen van de provincie.

2.

Toetsing additionaliteit en publieke taak

-

3.

Due diligence

Uitvoeren onderzoek naar de aanvrager.

4.

Beoordeling Business case

Beoordeling business case (kwalitatief en kwantitatief/financieel): met daarbij in ieder geval het investeringsvoorstel tot financiering, inclusief een risicoparagraaf, een verkenning van de effecten van scenario’s en duiding van uitkomsten van de due diligence-onderzoek.

5.

Marktconforme pricing

Onderbouwing marktconforme pricing met eventueel opinie en advies van externe experts.

6.

Risico-rendementsanalyse (“risk assessment”) immunisatieportefeuille

Analyse risico’s business case, effect-analyse toevoegen kredietvoorstel op rendements- en risicoprofiel (-bedrag) immunisatieportefeuille.

7.

Toetsing op staatssteun en Wet Markt & Overheid (Wet M&O) aspecten

-

Bijlage 2 behorende bij artikel 4.9 van het Treasurystatuut Noord-Brabant 2022

Uitgangspunten berekening Value at Risk (VaR)

  • Aantal simulaties (standaard 5.000)

  • Betrouwbaarheidsinterval (95%)

  • Periode in jaren (1 tot 5 jaar)

Input en output van de rekentool

Input | berekening VaR

Output | berekening VaR

  • Omvang lening of belegging (€)

  • Probability of default (PD) (%)

  • Loss Given Default (LGD) (%)

  • Basisrente lening (%) en opslagen, OF

  • Marktconforme (totale) rente lening (%)

  • VaR (% en €) voor de vastgestelde horizon in jaren.

Bijlage 3 behorende bij artikel 4.10 van het Treasurystatuut Noord-Brabant 2022

Uitgangspunten berekening Value at Risk (VaR)

  • Aantal simulaties (standaard 5.000)

  • Betrouwbaarheidsinterval (95%)

  • Periode in jaren (1 tot 5 jaar)

Input en output van de rekentool

Input| berekening VaR

Output | berekening VaR

  • Omvang investering (€)

  • Rendementsverwachtingen (%)

  • Risicoclassificering

  • VAR (% en €) voor nader te bepalen horizon

Bijlage 4 behorende bij artikel 4.12 van het Treasurystatuut Noord-Brabant 2022

De berekening van de ExpectedLoss gebeurt als volgt

  • Expected Loss (EL) = PD x EaD x LGD: De verwachte verliezen op financieringsinstrumenten.

  • Probability of default (PD): De kans dat een debiteur binnen een periode van 12 maanden failliet gaat en de verplichtingen van de uitstaande financieringsinstrumenten niet (volledig) kan nakomen.

  • Exposure at default (EaD): Het uitstaande (restant) bedrag aan financieringsinstrumenten, inclusief de te ontvangen rente voor de komende 12 maanden.

  • Loss Given Default (LGD): het berekende verlies in het geval een tegenpartij niet aan zijn financiële verplichtingen kan voldoen.

De horizon van de Expected Loss methodiek is 12 maanden.

Bijlage 5 behorende bij artikel 5.1 van het Treasurystatuut Noord-Brabant 2022

Provinciale Staten

Taken en verantwoordelijkheden

  • Vaststellen van de Verordening treasury, de begroting en jaarrekening waaronder de treasuryparagraaf

  • Bepalen van de risicohouding van de provincie

  • Vastellen van het risicobudget als onderdeel van de jaarlijkse begroting

  • Zich periodiek laten informeren en rapporteren over het gevoerde treasurybeleid, de risico’s en de werking van de beheersmaatregelen

  • Uiten van wensen en bedenkingen bij investerings- en financieringsvoorstellen inzake de inzet van de immunisatieportefeuille

Gedeputeerde Staten

Taken en verantwoordelijkheden

  • Goedkeuren van de Verordening treasury en doorgeleiden voor vaststelling naar Provinciale Staten

  • Vaststellen treasurystatuut en ter informatie doorsturen naar Provinciale Staten

  • Beoordelen aanvraag van een Investeringsvoorstel: indien de inhoudelijk betrokken gedeputeerde(n) of gedeputeerde Financiën in het Beleidsoverleg niet akkoord is/zijn met de uitkomsten van de aanvraag van een Investeringsvoorstel wordt deze casus ter finale besluitvorming voorgelegd aan voltallig Gedeputeerde Staten

  • Beoordelen van Investeringsvoorstel inclusief advies Investeringscommissie of advies Beleggingscommissie en het advies Treasury Committee en nemen van een voorgenomen besluit

  • Nemen uiteindelijk definitief besluit, nadat Provinciale Staten in de gelegenheid zijn geweest om wensen en bedenkingen te uiten

Team Immunisatieportefeuille

Taken en verantwoordelijkheden

  • (*) Initiëren van voorstellen op het gebied van kredieten en investeringen

  • Begeleiden en het doen van de voorstellen in het goedkeuringsproces

  • Verzamelen en analyseren van de benodigde financiële informatie in het goedkeuringsproces

  • Het voorleggen van kredietaanvragen die als initieel passend worden beoordeeld aan:

    • o

      Het beleidsoverleg Financiën; en

    • o

      Het beleidsoverleg van de betrokken beleidsafdeling of beleidsafdelingen

  • Het structureren van de transactie en adviseren bij het opstellen van de contractuele voorwaarden

  • Dagelijks risicomanagement van kredietnemer (1e lijn risicomanagement), vanuit kredietverstrekking of investeren en hierover rapporteren aan Team Treasury en andere relevante disciplines

  • Betrokken bij het ontwikkelen van het krediet- en investeringsbeleid

  • Het binnen het proces uitzetten van middelen in de immunisatieportefeuille via kredietverstrekking of investering:

    • o

      Produceren van de relevante financiële documenten zoals analyses, adviezen, besluitstukken

    • o

      Inbrengen van de benodigde documenten of financiële documenten en inhoudelijke uitleg in het beleidsoverleg, de Investeringscommissie en in het Treasury Committee

  • Proceseigenaar relevante processen

  • Het team valt onder het programma Slimme Financiering en Participaties (SFP)

(*) Opmerking: Het initiëren van voorstellen op het gebied van kredieten en investeringen is ook een verantwoordelijkheid van de verschillende beleidsprogramma's

Team Treasury

Taken en verantwoordelijkheden

  • Het actualiseren van het treasurystatuut

  • Het opstellen en jaarlijks actualiseren van de portefeuillestrategie met betrekking tot beleggen, krediet verstrekken en investeren

  • Het opstellen en jaarlijks actualiseren van het treasuryjaarplan en de treasuryparagraaf

  • Portefeuillebeheer van de immunisatieportefeuille:

    • o

      Bewaken van de kwaliteit van de immunisatieportefeuille

    • o

      Monitoren van de instroom van nieuwe uitzettingen en hun ontwikkeling in de tijd

    • o

      Grip houden op individuele tegenpartijen wanneer de kredietkwaliteit verslechtert

    • o

      Terugkoppelen van relevante risico-informatie van de immunisatieportefeuille aan de 2e lijn

  • Dagelijks risicomanagement van beleggingen (1e lijn risicomanagement)

  • Het inzichtelijk maken van de liquiditeitspositie door het opstellen van een liquiditeitsplanning, analyseren en beheren van de liquiditeitspositie van de provincie

  • Beheren van de overige financiële middelen

    • o

      Bewaken van de kwaliteit van de overige financiële middelen

    • o

      Monitoren van de instroom en hun ontwikkeling in de tijd

    • o

      Terugkoppelen van relevante risico-informatie van de overige financiële middelen aan de 2e lijn

  • Het binnen het proces uitzetten van middelen in de immunisatieportefeuille via kredietverstrekking of investering:

    • o

      Het stellen van de voorwaarde of voorwaarden met betrekking tot risico en rendementsafweging van een kredietaanvraag of investeringsverzoek vanuit de Immunisatieportefeuille

    • o

      Het produceren van de relevante financiële documenten zoals analyses, adviezen, besluitstukken

  • Adviseren van Team Immunisatieportefeuille

  • Initiëren en uitvoeren van de vastgestelde treasury voorstellen

  • Betrokken bij het ontwikkelen van het risicomanagementbeleid en governance

  • Periodiek rapporteren aan het Treasury Committee en investeringscommissie

  • Proceseigenaar relevante processen

  • Deze functie valt onder het team Financiën Planning en Control (FPC) binnen het programma Bedrijfsvoering Beleid & Advisering (BBA)

Risicomanagement 2e lijn

Taken en verantwoordelijkheden

  • Het opstellen en actualiseren van het risicomanagementbeleid en governance

  • Het vaststellen van de risico methodologie

  • Ontwikkelen en evalueren van de risicomodellen

  • Monitoren van de risico’s en hier periodiek over rapporteren aan Gedeputeerde Staten

  • Beoordelen van het risicomanagement proces van de 1e lijn en zo nodig escaleren naar Gedeputeerde Staten

  • Borgen van toepasselijke wet- en regelgeving en een effectieve beheersing hiervan in de 1e lijn

  • Het periodiek rapporteren aan Gedeputeerde Staten over de effectiviteit van het risicomanagement proces

  • Het geven van adviezen, gevraagd en ongevraagd, aan de 1e lijn

  • Het ondersteunen van het bestuur bij de invulling van de risicohouding

  • Proceseigenaar relevante processen

  • Deze functie valt onder: treasurer

Risicomanagement 3e lijn

Taken en verantwoordelijkheden

  • Het periodiek rapporteren aan Provinciale Staten over de effectiviteit van het risicomanagementbeleid en de risicomanagement processen

  • Het geven van aanbevelingen tot verbetering van de samenwerking, overlapping, blinde vlekken tussen de 1e en 2e lijn

  • Proceseigenaar relevante processen

  • Deze functie valt onder het team Auditing en is onderdeel van het team Concern-control & Auditing

Stuurinformatie en Administratie

Taken en verantwoordelijkheden

  • Administreren van alle transacties

  • Incasso van rente en aflossing

  • Debiteurenbewaking

  • Opstellen van de liquiditeitsprognose

  • Opstellen van de benodigde rapportages ten behoeve van de P&C cyclus

  • Proceseigenaar relevante processen

Deze functie valt onder het team Expertise en Control en het team Financiële Administratie, onderdeel van het programma Stuurinformatie en Administraties

Juridische zaken

Taken en verantwoordelijkheden

  • Opstellen van contracten en of reviewen van contracten

  • Proceseigenaar relevante processen

Deze functie valt onder programma Bedrijfsvoering, Beleid en Advisering

Bijlage 6 behorende bij artikel 5.2 van het Treasurystatuut Noord-Brabant 2022

Beleidsoverleg (*)

  • -

    Beoordeling van een potentiële investering of kredietverstrekking door toetsing van de aanvraag

  • -

    Goedkeuring van de aanvraag

  • -

    Geven van advies

Deelnemers Beleidsoverleg (*)

Functie

Naast de gebruikelijke deelnemers aan een Beleidsoverleg:

  • Vertegenwoordiger(s) Team Immunisatieportefeuille

  • Inhoudelijke uitleg

(*) Opmerking: Bovenstaande twee tabellen zijn een aanvulling op al bestaande governance met betrekking tot het Beleidsoverleg en de deelnemers daaraan

Beleggingscommissie

  • Initiëren beleidsaanpassing over het beleggingsbeleid

  • -

    Adviseren over de inrichting van de beleggingsportefeuille

  • -

    Adviseren over de nieuwe instroom en de ontwikkeling in de tijd

Deelnemers Beleggingscommissie

Functie

  • Treasurer

  • Financieel adviseur treasury

  • Vermogensbeheerder (indien van toepassing)

  • Beleggingsadviseur

  • Lid, voorzitter

  • Lid

  • Gemandateerde externe vermogensbeheerder

  • Lid, externe deskundige

Treasury Committee

  • Adviseren van Gedeputeerde Staten over beleidsstukken

  • Initiëren van beleidsaanpassingen

  • Adviseren van Gedeputeerde Staten over de beleggings-, krediet en investeringsvoorstellen

  • Het adviseren van Gedeputeerde Staten over de inzet van een mogelijke wederpartij

  • Monitoren van de financiële posities (rendement en risico’s en de werking van de beheersmaatregelen) van de provincie door middel van analyseren van de rapportages en het laten uitvoeren van ad hoc analyses

  • Periodiek rapporteren aan Gedeputeerde Staten

Deelnemers Treasury Committee

Functie

  • Portefeuillehouder Financiën

  • Portefeuillehouder Gedeputeerde Staten

  • Directeur belast met de bedrijfsvoering

  • Programmamanager Slimme Financiering en Participaties

  • Treasurer (tevens portefeuillebeheerder immunisatieportefeuille)

  • Vertegenwoordiger(s) Team Immunisatieportefeuille

  • Treasury adviseur

  • Accountant

  • Lid

  • Lid

  • Lid, voorzitter

  • Lid

  • Lid, secretaris

  • Inhoudelijke uitleg

  • Lid, externe deskundige

  • Externe adviseur van Provinciale Staten

Bijlage 7 behorende bij artikel 6.1, tweede lid, van het Treasurystatuut Noord-Brabant 2022

Proces uitzetten van middelen (bron: 20210310 Immunisatieportefeuille procesbeschrijving)

afbeelding binnen de regeling

Toelichting behorende bij het Treasurystatuut Noord-Brabant 2022

I. Algemeen

Inleiding

Op grond van artikel 13 van de Financiële verordening Noord-Brabant 2020 dragen Gedeputeerde Staten zorg voor de financiële organisatie van de provincie Noord-Brabant (verder: “de provincie”). De treasuryfunctie is een onderdeel van de financiële functie binnen de provincie.

De treasuryfunctie gaat over het doelmatig en doeltreffend beheer van de financiële middelen van de provincie. Dit betreft de middelen vanuit de immunisatieportefeuille alsmede de overige financiële middelen. De kredietverlening en investeringen vanuit de immunisatieportefeuille vallen daarmee ook onder de treasuryactiviteiten. Beleidsmiddelen die rechtstreeks worden verstrekt vanuit het Ontwikkelbedrijf en eventuele andere beleidsmiddelen vallen buiten de scope van dit treasurystatuut.

Onder (de) treasury(-functie) wordt verstaan: alle activiteiten die zich richten op het sturen en beheersen van, het verantwoorden over en het toezicht houden op de financiële vermogenswaarden, de financiële stromen en de financiële posities.

Bij het uitvoeren van de treasuryfunctie kunnen er zowel middelen worden aangetrokken als middelen worden uitgezet. Het aantrekken van middelen dient altijd uit hoofde van de publieke taak plaats te vinden. Bij het uitzetten van middelen wordt onderscheid gemaakt tussen middelen die worden uitgezet vanuit de publieke taak en middelen die niet vanuit de publieke taak worden uitgezet.

Op 15 december 2013 zijn in de Wet financiering decentrale overheden (Wet Fido) bepalingen over het verplicht schatkistbankieren opgenomen. Hierdoor is het verplicht om middelen die niet worden ingezet voor de publieke taak in de schatkist aan te houden of om deze, in de vorm van leningen, uit te zetten aan openbare lichamen waarvan de provincie niet met het financiële toezicht is belast.

Voor de inrichting en tenuitvoerlegging van een adequaat werkende treasuryfunctie is dit treasurystatuut (hierna: het statuut) opgesteld. In dit statuut worden de verschillende beleidsonderdelen, de risicohouding, de wijze waarop wordt bestuurd en verantwoording wordt afgelegd (governance) en de hoofdprocessen beschreven.

De verplichtingen en normen waar het statuut aan dient te voldoen zijn door Provinciale Staten vastgelegd in de Verordening treasury Noord-Brabant 2021.

Treasuryjaarplan en de treasuryparagraaf

Naast het statuut wordt er jaarlijks een jaarplan opgesteld alsmede een paragraaf bij de begroting en bij de jaarrekening van de provincie:

  • In de treasuryparagraaf bij de begroting worden op hoofdlijnen de geplande activiteiten van de treasuryfunctie voor het komende jaar beschreven. De paragraaf is gebaseerd op de begroting. De paragraaf bij de begroting maakt onderdeel uit van de begrotingsdocumenten die door Provinciale Staten worden vastgesteld.

  • In het treasuryjaarplan worden de geplande activiteiten van de treasury voor het komende jaar beschreven samen met een meerjarige doorkijk. Het jaarplan en de meerjarige doorkijk worden gebaseerd op de begroting. Daarnaast zal in het jaarplan de portefeuillestrategie van de immunisatieportefeuille worden opgenomen. Het jaarplan wordt jaarlijks bij het begin van een nieuw begrotingsjaar ter vaststelling aangeboden aan Gedeputeerde Staten.

  • In de paragraaf bij de jaarrekening wordt de planning van het afgelopen jaar vergeleken met de realisatie van het betreffende boekjaar. De paragraaf bij de jaarrekening maakt onderdeel uit van de verantwoordingsdocumenten die door Provinciale Staten worden vastgesteld. De paragraaf bij de jaarrekening geldt ook als treasuryjaarverslag.

II. Artikelsgewijs

Artikel 2.1 Uitgangspunten beleid immunisatieportefeuille

Belangrijke doelstelling van het uitzetten van de gelden in de immunisatieportefeuille is het behalen van een doelrendement vanuit de begrotingsdoelstellingen van de provincie. Het te behalen doelrendement wordt zowel per uitzetting als voor de hele immunisatieportefeuille beoordeeld.

In de Provinciewet wordt geen definitie gegeven van de publieke taak. De bevoegdheid voor het bepalen daarvan ligt bij Provinciale Staten. Voorstellen vanuit de immunisatieportefeuille in het kader van de publieke taak worden daarom voorgelegd aan Provinciale Staten om daar hun wensen en bedenkingen op te kunnen geven.

Artikel 2.4 Beoordeling aanvraag krediet of investering

Uitgangspunt bij de beoordeling van aanvragen is dat alle aanvragen voor uitzettingen uniek zijn en bij de beoordeling (van de financiële risico’s) om maatwerk vragen. Alle aanvragen worden vanaf de initiële beoordeling tot aan de goedkeuring zo veel mogelijk op een vergelijkbare manier en op basis van vooraf bepaalde procedures beoordeeld en behandeld. De beoordeling en besluitvorming over iedere uitzetting vindt plaats op basis van een integrale afweging van alle relevante aspecten, zowel kwantitatief als kwalitatief en is mede gebaseerd op de professionele opinie van de betrokken medewerkers, afdelingen en gremia.

De kaders en uitgangspunten zoals vastgelegd in dit treasurystatuut zijn leidend bij de beoordeling van uitzettingen. In voorkomende gevallen kan daarvan gemotiveerd worden afgeweken.

Alle kenmerken en modaliteiten tezamen van een potentiële uitzetting vertalen zich in het financiële risico van een uitzetting. Dit financiële risico maakt onderdeel uit van de totaalbeoordeling van de uitzetting en het daarbij behorende beheer. Het financiële risico van een uitzetting omvat dus alle eventuele afwijkingen van de algemene kaders en uitgangspunten.

Artikel 2.5 Beoordeling krediet- of investeringsvoorstel

Het voorstel en transactiestructurering wordt uitgewerkt door het Team Immunisatieportefeuille. Het voorstel wordt getoetst aan een aantal criteria, waaronder staatssteun, additionaliteit aan de markt, Wet Markt & Overheid, MVO en het vastgesteld norm- of doelrendement van de provincie. Zie hiervoor bijlage 1.

Aangezien de kredietverlening plaatsvindt onder de publieke taak, worden staatsteun- en WMO-aspecten specifiek betrokken bij het bepalen van de marktconforme rente (of garantiepremie) van het krediet. Hiervoor wordt een gestandaardiseerde procedure gehanteerd om te komen tot een risico inschatting en - op basis van voornoemde risico inschatting - pricing van het krediet.

Artikel 2.6 Kredietbeheer

De wijze van invordering is vastgelegd in het ‘Debiteurenbeleid provincie Noord-Brabant 2020’.

Artikel 3.1 Uitgangspunten beleid overige financiële middelen

Onder overige financiële middelen worden de beschikbare liquiditeiten verstaan die kunnen worden uitgezet door Team Treasury uit hoofde van een efficiënt middelenbeheer. Dit zijn middelen die niet zijn toegewezen aan de immunisatieportefeuille. Het rendement dat wordt behaald komt ten goede aan de immunisatieportefeuille.

De beschikbaarheid van deze middelen wordt naar hoogte van het bedrag en de looptijd van de uitzetting middels een liquiditeitsplanning inzichtelijk gemaakt.

Artikel 3.4 De inzet van derivaten

Door het ministerie van Financiën is in de Regeling uitzettingen en derivaten decentrale overheden (Ruddo) nader uitgewerkt wanneer en onder welke voorwaarden het gebruik van derivaten wettelijk is toegestaan.

Artikel 4.1 Methodiek voor het kwantificeren van de financiële risico’s

Voor het toepassen van de methodiek voor het kwantificeren van de financiële risico’s en daarvoor ontwikkelde modellen, is een gedegen analyse van de business case of aanvraag (per individuele uitzetting) noodzakelijk.

De benodigde input voor de berekening van het risico van de uitzettingen komt tot stand op basis van een professionele opinie, vanuit de bevindingen uit de analyse van de beoordeelde businesscase of aanvraag.

Op basis van deze analyse kan de risicobeoordelingsmethodiek worden gevuld met een inschatting van onder meer het rendement en de risico’s. De kwaliteit van de analyse van de businesscase bepaalt de kwaliteit van de input in de risicoberekeningsmethodiek en daarmee ook de kwaliteit van de uitkomsten daarvan.

Voor het kwantificeren van de financiële risico’s worden de berekeningsmethodieken Expected Loss en Value at Risk (VaR) toegepast.

Voor een toelichting op de Expected Loss methodiek wordt verwezen naar bijlage 4.

De Value at Risk (VaR) methodiek wordt gebruikt om de omvang van het financiële risico, risicolimieten en de daarvoor benodigde buffers te bepalen en bewaken.

De VaR methodiek geeft antwoord op de vraag: "Hoe groot kan het verlies worden?" In statistische termen geeft VaR de volgende informatie: "Met waarschijnlijkheid α zal het verlies in periode T niet groter zijn dan V euro's". 1

De VaR-methode berekent, op basis van een betrouwbaarheidsinterval en voor een bepaalde periode, wat de verwachtingswaarde van het verlies is dat kan optreden, daarbij gebruikmakend van een zogenaamde ‘Monte Carlo simulatie’.

Monte Carlo-simulatie is een econometrische rekentechniek waarbij scenario’s van mogelijke risicofactoren en rendementen van uitzettingen vele malen worden gesimuleerd om de uitkomsten van financiële risico’s te bepalen.

Artikel 4.2 Soorten risico’s immunisatieportefeuille

De risicohouding is het startpunt bij het uitzetten van middelen vanuit de immunisatieportefeuille en de overige financiële middelen. De risicohouding heeft betrekking op de mate waarin de provincie bereid is risico’s te lopen om haar doelstellingen te realiseren. Bij het bepalen van een risicohouding is het tevens van belang te bepalen in welke mate deze risico’s ook daadwerkelijk kunnen worden opgevangen. Provinciale Staten bepalen de risicohouding van de provincie, waarbij de provincie ten principale risicomijdend is.

Deze risicomijdende houding van de provincie wordt vertaald in een meetbare eenheid. Hiervoor wordt de term risicobudget gebruikt. Een risicobudget is het maximale bedrag dat met een bepaalde waarschijnlijkheid verloren mag gaan in een bepaalde tijd, ofwel het bedrag dat de provincie aan verliezen kan en/of wil tolereren binnen een bepaalde tijd. De vaststelling van het risicobudget vindt plaats door Provinciale Staten en is een vast onderdeel bij de vaststelling van de jaarlijkse begroting.

Het risicobudget is de centrale referentie en risicolimiet bij het risicomanagement. Het risico van de gehele immunisatieportefeuille (beleggingen, investeringen en kredieten) mag op voorhand op enig moment niet hoger zijn dan het door Provinciale Staten vastgestelde risicobudget.

De doelstelling van het risicomanagement van de immunisatieportefeuille is het bewaken van de voor de provincie gewenste balans tussen rendement en risico van de uitzettingen.

De te bewaken kaders van het risicomanagement zijn:

  • 100% nominale revolverendheid (abstraherend van kosten);

  • risicobudget = risicolimiet;

  • vastgesteld streefrendement.

Artikel 5.1 De hiërarchische organisatie

De inrichting van de risicomanagementfunctie draagt bij aan een effectieve en integrale risicobeheersing en een versterking van het risicobewustzijn (risicocultuur) en de benodigde functiescheiding op dit gebied.

In bijlage 5 zijn de taken en verantwoordelijkheden van de hiërarchische organisatie opgenomen, waaronder het risicomanagement.

Risicomanagement 1e lijn

De 1e is lijn verantwoordelijk voor de reguliere bedrijfsvoering en besluitvorming.

Door de opzet van de governance wordt de benodigde functiescheiding tussen front- en back-office en de interne controle gerealiseerd. Tevens is er een functiescheiding tussen het initiëren van uitzettingen (kredietverstrekking en investeringen) en het beheer hiervan in de immunisatieportefeuille.

Risicomanagement 2e lijn

De 2e lijn risicomanager dient op een onafhankelijke wijze risico’s te identificeren, meten, monitoren en rapporteren. Het betreft hier de risico’s die in de 1e lijn worden aangegaan. Daarnaast stelt de de 2e lijn risicomanager de risicomethodologie vast en ontwikkelt en evalueert de gehanteerde risicomodellen. De 2e lijn risicomanager verstrekt informatie aan Gedeputeerde Staten. De 2e lijn risicomanager heeft een directe escalatielijn naar Gedeputeerde Staten en is lid van de Investeringscommissie. Daarnaast ondersteunt de 2e lijn risicomanager Gedeputeerde Staten bij de invulling van de risicohouding.

Risicomanagement 3e lijn

Het 3e lijn risicomanagement dient op een onafhankelijke wijze te controleren of het samenspel tussen de 1e en 2e lijn risicomanagement soepel verloopt. Het 3e lijn risicomanagement zal daar een oordeel over geven en zal mogelijkheden tot verbetering geven. De 3e lijn risicomanager rapporteert periodiek aan Provinciale Staten over de effectiviteit van het risicomanagementbeleid en de risicomanagement processen.

Risicomanagement 4e lijn

Het 4e lijn risicomanagement is de externe audit. De onafhanlijke externe audit zal een oordeel over het geheel geven en zal eventuele mogelijkheden tot verbetering geven.

Artikel 5.2 De functionele organisatie

Binnen de functionele organisatie zijn door Gedeputeerde Staten een Treasury Committee, een Beleggingscommissie en een Investeringscommissie ingesteld. Eveneens wordt binnen de functionele organisatie aangesloten op de bestaande Beleidsoverleggen. Een Beleidsoverleg wordt gebruikt om een bepaalde taak of deeltaak te verrichten ten behoeve van de doelen van de immunisatieportefeuille.

In bijlage 6 zijn de taken en verantwoordelijkheden van de functionele organisatie opgenomen. Hieronder worden de verschillende onderdelen van de functionele organisatie nader toegelicht.

Beleidsoverleg

Het Beleidsoverleg is een bestuurlijk overleg. Binnen de provincie heeft elke gedeputeerde zijn eigen Beleidsoverleg. Een aanvraag betreft een beleidsthema ten behoeve van de publieke taak en bevat altijd een financiële onderbouwing. Dat betekent dat een aanvraag altijd minimaal in twee Beleidsoverleggen ter beoordeling dient te worden aangeboden. Indien het beleidsthema en Financiën onder dezelfde gedeputeerde vallen, zal de aanvraag ook in het beleidsoverleg van de eerste vervanger van de portefeuillehouder worden aangeboden. Indien één of meer Beleidsoverleggen negatief oordeelt/oordelen dient er een besluit te worden genomen. De standaardwerkwijze van de provincie wordt aangehouden met betrekking tot beoordeling en goedkeuring van een GS-dossier.

Adviescommissie

Een adviescommissie is een materiedeskundige commissie van de provincie en toetst of een voorstel tot kredietverstrekking of investering voldoet aan de gestelde voorwaarden zoals vastgelegd in het krediet– of investeringsbeleid van de immunisatieportefeuille en beoordeelt de voorgestelde transactie op haar individuele merites voor wat betreft krediet– en investeringswaardigheid.

Beleggingscommissie

De Beleggingscommissie is een materiedeskundige commissie van de provincie. De Beleggingscommissie adviseert over de inrichting en onderhoud van de beleggingen, zowel in de immunisatieportefeuille als ten behoeve van het uitzetten van de overige financiële middelen. De Beleggingscommissie houdt rekening met de doelstellingen en een bepaalde risicograad. De Beleggingscommissie adviseert het Treasury Committee. Vertegenwoordiger(s) van de ambtelijke treasury organisatie van de provincie, de externe beleggingsadviseur van de provincie en de externe vermogensbeheerder van de provincie nemen deel aan de besprekingen in de Beleggingscommissie.

TreasuryCommittee

De taak van het Treasury Committee is om Gedeputeerde Staten te adviseren over het treasurybeleid en toezicht te houden op de uitvoering ervan. De deelnemers van het Treasury Committee zijn afkomstig uit de bestuurlijke en de ambtelijke organisatie van de provincie inclusief een externe adviseur. Het Treasury Committee adviseert op basis van consensus.

Vanuit de bestuurlijke organisatie zijn de portefeuillehouder Financiën en een extra vertegenwoordiger vanuit Gedeputeerde Staten lid van het Treasury Committee. Zij analyseren in hoeverre de voorstellen aansluiten bij de financiële en inhoudelijke doelstelling van de provincie en toetsen of de voorstellen passen binnen de geformuleerde kaders.

Vanuit de ambtelijke organisatie zijn de directeur die belast is met bedrijfsvoering, de programmamanager Slimme Financiering en Participaties – die verantwoordelijk is voor een deel van de opgave inzake de immunisatieportefeuille – en de treasurer lid van het Treasury Committee.

De treasurer is verantwoordelijk voor het portefeuillebeheer van de immunisatieportefeuille en het beheer van de overige financiële middelen. De externe treasuryadviseur zorgt voor de benodigde aanvullende specifieke kennis. De externe accountant van de provincie neemt deel aan het Treasury Committee in de rol van controleur, niet als formeel lid, en toetst of de financiële strategie, zoals beschreven in de Verordening treasury en dit treasurystatuut, en de uitvoering daarvan past binnen het financiële beleid van de provincie zoals vastgesteld door Provinciale Staten en de geldende wettelijke kaders.

De verslagen van de Treasury Committee vergaderingen worden vertrouwelijk ter inzage gelegd voor de leden van Provinciale Staten. Na elke vergadering van het Treasury Committee zal ook een openbaar communiqué worden opgesteld waarin de besproken onderwerpen worden genoemd en de adviezen die het Treasury Committee hierover heeft gegeven.

Artikel 6.1 Processen treasuryactiviteiten

In bijlage 7 is een schema opgenomen van het besluitvormingsproces voor het uitzetten van middelen in de categorieën krediet verstrekken en investeren vanuit de immunisatieportefeuille. Voor deze twee categorieën is specifiek een proces ontwikkeld omdat op grond van artikel 2 van de Wet Fido dit soort uitzettingen een publiek karakter dienen te hebben.

Het betreft hier de inzet van financiële instrumenten met een hoge mate van maatwerk. In het besluitvormingsproces dient zowel de beleidsmatige als de financiële kant te worden meegenomen om uiteindelijk tot verstrekking te kunnen overgaan. Om tot besluitvorming te komen dient een zorgvuldig proces te worden doorlopen.

Een proces is een reeks van activiteiten die input omzetten in resultaten, waaronder: taken, verantwoordelijkheden en bevoegdheden, risico’s en controls.

Toelichting op de niveaus:

  • a.

    categorie: verzameling procesgroeperingen;

  • b.

    procesgroepering: groepering van logisch bij elkaar horende processen;

  • c.

    activiteit: overzicht van taken die worden uitgevoerd bij het uitvoeren van een activiteit binnen een proces;

  • d.

    taak: indien relevant worden fijnmazige stappen en handelingen, op het niveau werkinstructies, uitgewerkt.

Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant,

de voorzitter,

mr. I.R. Adema

de secretaris,

drs. P.J. Buijtels


Noot
1

α = betrouwbaarheidsniveau (%); T = Horizon (jaren); V = Value at Risk (Euro’s)

Wetstechnische informatie

Beleidsregel van Gedeputeerde Staten van de provincie Noord-Brabant 3 oktober 2022 houdende regels omtrent treasury (Treasurystatuut Noord-Brabant 2022)

Geldend van 02-11-2022 t/m heden

Algemeen

Overheidsorganisatie Noord-Brabant
Organisatietype Provincie
Officiële naam regeling Beleidsregel van Gedeputeerde Staten van de provincie Noord-Brabant 3 oktober 2022 houdende regels omtrent treasury (Treasurystatuut Noord-Brabant 2022)
Citeertitel Treasurystatuut Noord-Brabant 2022
Vastgesteld door gedeputeerde staten
Onderwerp financiën en economie
Eigen onderwerp
Indeling regeling Overig
Regeling onder de Omgevingswet Nee
Externe bijlagen

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

  1. artikel 4:81 van de Algemene wet bestuursrecht
  2. Verordening treasury Noord-Brabant 2021

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen Dit overzicht bevat alleen gepubliceerde versies.

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

02-11-2022 nieuwe regeling

03-10-2022

prb-2022-12865

C2303004/5129371