Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant,
Gelet op artikel 2 van de Algemene bijdrageverordening Noord-Brabant;
Overwegende dat op 3 december 2021 het Regionaal Water en Bodem Programma 2022-2027
door Provinciale Staten is vastgesteld en Deltafondsmiddelen ter beschikking zullen
worden gesteld vanuit de Minister van Infrastructuur en Waterstaat ter stimulering
van het nemen van maatregelen in het kader van de tweede fase van het Deltaprogramma
zoetwater;
Overwegende dat Gedeputeerde Staten een bijdrageregeling wenst vast te stellen om
maatregelen te stimuleren die bijdragen aan de doelstellingen van genoemde programma’s;
Besluiten vast te stellen de volgende regeling:
Toelichting behorende bij de Bijdrageregeling water en bodem Noord-Brabant
Achtergrond
Op 3 december 2021 hebben Provinciale Staten van Noord-Brabant het Regionaal Water
en Bodem Programma 2022-2027 (RWP) vastgesteld. Door middel van het RWP is beleid
vastgesteld om te komen tot een klimaatrobuust water- en bodemsysteem in 2050, en
zorg te dragen voor veilig, schoon en voldoende water en een vitale bodem in de provincie
Noord-Brabant. De provincie wil de uitvoering van projecten t.b.v. een klimaatbestendig
en waterrobuust Brabant door andere partners initiëren en stimuleren en heeft daarvoor
voorzien in financiële middelen. In deze bijdrageregeling staat omschreven welke activiteiten
voor een bijdrage in aanmerking kunnen komen en wat daarvoor de voorwaarden zijn.
Juridisch kader
Deze bijdrageregeling is vastgesteld op grond van de Algemene bijdrageverordening
(Abv). Dit betekent dat een aantal aspecten van de verstrekking van de bijdrage niet
in de bijdrageregeling zijn vastgelegd, maar in de Abv. In de Abv staat onder meer
wat de beslistermijnen zijn voor Gedeputeerde Staten en welke algemene verplichtingen
gelden voor de bijdrageontvanger, zoals de meldingsplicht. Voor een goed begrip van
deze bijdrageregeling is dus tevens bestudering van de Abv noodzakelijk.
De bijdrageregeling is een zogenaamde ‘aanbouwregeling’. Indien andere bijdrages op
het gebied van water of bodem in de toekomst gewenst zijn, dan kunnen deze aan deze
regeling in een nieuwe paragraaf worden toegevoegd.
Artikel 1.2 Doelgroep
Deze paragraaf staat alleen open voor de Brabantse waterschappen. Voor de projecten
die betrekking hebben op de hoge zandgronden, geldt dat deze alleen voor een bijdrage
in aanmerking komen indien zij binnen het DHZ-gebied (zie bijlage 3) worden uitgevoerd.
Dit betekent dat waterschap Rivierenland geen aanspraak kan maken op de DHZ-middelen.
Artikel 1.4 Weigeringsgronden
Onder a
Het is mogelijk om een subsidie of bijdrage uit verschillende provinciale regelingen
te combineren, mits er sprake is van een duidelijk onderscheid in de begroting wat
activiteiten betreft. Uit de begroting moet ten eerste blijken dat kosten slechts
aan één (provinciale regeling) gehangen worden en ten tweede dat aan de benodigde
cofinanciering voldaan wordt.
Kosten van dezelfde maatregel mogen niet meerdere keren ten laste van een subsidie-
of bijdrageregeling worden gelegd. Het is wel mogelijk om een project in fasen te
onderscheiden of een onderscheid in de specifieke maatregelen te maken.
Artikel 1.5 Vereisten voor een bijdrage
Eerste lid, onder b
Er kunnen geen losse onderzoeksprojecten worden aangevraagd voor de activiteiten genoemd
onder artikel 1.3, onder a tot en met e. Deze moeten altijd gepaard gaan met uitvoeringsmaatregelen.
Voor de activiteiten genoemd in artikel 1.3 f tot en met h, is het wel mogelijk een
bijdrage aan te vragen voor losse onderzoeksprojecten. Dit onderzoek mag echter niet
uitsluitend ten dienste staan van één project, maar moet breder inzetbaar zijn in
de provincie.
Artikel 1.6 Kosten die in aanmerking komen voor een bijdrage
Onder a
Onder de subsidiabele kosten voor onderzoek, voorbereiding en planvorming en uitvoering,
vallen ook de noodzakelijke kosten voor adviesdiensten en benodigd onderzoek dat het
waterschap uitbesteed.
Onder c
Op grond van Europese regelgeving dient geborgd te worden dat grondverwerving marktconform
geschiedt. De aanvrager kan dit aantonen door middel van een onafhankelijke taxatie.
De kosten komen slechts in aanmerking voor een bijdrage als de grondverwerving noodzakelijk
is voor de uitvoering van maatregelen. Onder de kosten vallen de aankoopsom zelf,
de leges en de notariële kosten. Ook vallen de kosten van een accountantsverklaring
hieronder indien deze kosten zijn gemaakt in het kader van de verwerving van grond.
Onder d
Voor het bepalen van kosten van nadeelcompensatie wordt uitgegaan van schadeloosstelling
op marktconforme wijze waarbij geen sprake is van overcompensatie van degene die schade
lijdt. Schade aan bebouwing door vernattingsmaatregelen kan ontstaan door grondwaterstijging
en door toename inundatie vanuit oppervlaktewater, bijvoorbeeld omdat de beekbedding
omhoog wordt gebracht.
Artikel 1.7 Kosten die niet in aanmerking komen voor een bijdrage
Onder c
De milieueffectrapportage (m.e.r.) brengt de milieugevolgen van een plan of project
in beeld voordat er een besluit over is genomen. De plan-m.e.r. heeft betrekking op
de beoordeling van plannen en programma’s op een abstracter niveau en in een eerder
stadium dan de project-m.e.r.. Het opstellen van een plan-m.e.r. is niet subsidiabel,
het opstellen van een project-m.e.r. welke concreet gekoppeld is aan een uitvoeringsproject
wel.
Onder j
Voor het tijdig behalen van de doelen en het versnellen van de uitvoering van de projecten
uit bijlage 2 is extra capaciteit nodig. Indien het waterschap ervoor kiest om de
extra benodigde capaciteit niet in te huren, maar in dienst te nemen, dan zijn deze
uren subsidiabel. Algemene overheadskosten van het waterschap zijn echter uitgesloten
van een provinciale bijdrage.
Artikel 1.11 Verplichtingen van de bijdrageontvanger
Onder d
Het opdrachtgeversoverleg WS-PNB is een ambtelijk overleg tussen provincie en waterschappen.
De waterschappen hebben elk een maatwerkovereenkomst met de provincie getroffen over
de doelen en opgaven in het beheergebied van het waterschap voor de planperiode tot
en met 2027. Met de waterschappen wordt minimaal tweemaal per jaar overleg gevoerd
om de voortgang van de projecten te bespreken en eventueel de programmering aan te
passen. Deze overleggen worden integraal gevoerd met programma Natuur.
Onder e
Het begroting- en verantwoordingsformat bevat de integrale projectenlijst met zowel
de KRW, DPRA als DHZ-projecten. In dit document wordt aangegeven of de projecten volgens
planning verlopen, worden activiteiten uit het deelproject gereed gemeld en wordt
de kosten- en dekkingskant van projecten uiteengezet.
Artikel 1.13 Bevoorschotting en betaling
Gedeputeerde Staten bevoorschotten 100% van de bijdrage. In hoeveel termijnen het
voorschot wordt uitgekeerd, hangt af van de liquiditeitsbehoefte van de aanvrager.
Dit dient de aanvrager bij zijn aanvraag inzichtelijk te maken (zie artikel 1.5, onderdeel
d, onder 7°).
Bijlage 2
Deze bijlage is tot stand gekomen na afstemming tussen het waterschap en de provincie
Noord-Brabant. Deze bijlage, inclusief de plafondbedragen genoemd in artikel 1.9,
worden geactualiseerd in een volgende openstelling. Nieuwe projecten aandragen voor
financiering, dient te verlopen via het opdrachtgeversoverleg WS-PNB (zie artikel
1.11, onder d).