Op pagina 102 (paragraaf 4.3) van het Natura2000-beheerplan 2017 wordt de gehele tekst
onder het kopje ‘Beregening’ tot aan pagina 106 ‘Grotere winningen (waterwinning,
industrie)’, vervangen door de onderstaande tekst vanaf kopje Agrarische beregening
binnen de bufferzones (incl. bijbehorende tekst) tot en met het kopje Agrarische beregening
buiten de bufferzones (incl. bijbehorende tekst):
-
Agrarische beregening binnen de bufferzones
Grondwateronttrekking voor beregening is gerelateerd aan landbouwkundig gebruik voor
beregening van open teelten. Op grond van artikel 6, lid 3 van de Habitatrichtlijn
en artikel 2.7, lid 2 Wet natuurbescherming (Wnb), mogen activiteiten die uitgevoerd
worden in en nabij een Natura 2000-gebied er niet toe leiden dat deze de realisatie
van de instandhoudingsdoelstellingen in de weg staan. Als er een kans is op significante
negatieve effecten van de activiteit is een vergunning op grond van de Wnb vereist.
Deze vergunning is bijvoorbeeld niet vereist als voor deze activiteit een vrijstelling
in het beheerplan is opgenomen. Bij de vraag of in het beheerplan het huidige gebruik
van grondwateronttrekking in de bufferzone’s ten behoeve van beregening open teelt
kan worden vrijgesteld van de Wnb-vergunningplicht is het – conform artikel 2.9, lid
1 Wnb – van belang om middels een passende beoordeling in beeld te brengen wat de
effecten van de betreffende grondwateronttrekkingen zijn in het gebied en of deze
mogelijk significante negatieve effecten hebben op de natuurlijke kenmerken van het
Natura 2000-gebied.
In dit kader is een passende beoordeling uitgevoerd op basis van hydrologische onderzoeken.
Uitgangspunt hierbij (zoals ook bevestigd in de jurisprudentie) is dat de grondwateronttrekkingen
zoals die in de bufferzone plaatsvinden, de natuurlijke kenmerken van het Natura 2000-gebied
niet mogen aantasten. De wetenschappelijke zekerheid is verkregen wanneer uit volledige,
nauwkeurige en definitieve constateringen en conclusies elke redelijke wetenschappelijke
twijfel over de gevolgen van de grondwateronttrekkingen ten behoeve van beregening
van open teelten, zijn weggenomen. Voordat we hieronder verder ingaan op de passende
beoordeling, gaan we eerst in op de definitie van een bufferzone.
-
Bufferzones
In het beheerplan uit 2017 was geen eenduidige definitie opgenomen om de zone aan
te duiden waarbinnen de grondwaterafhankelijke natuur wordt beschermd. Om dit te duiden,
zullen we hiervoor de term bufferzone gebruiken en lichten wij nader toe welke termen
in beide provincies hiermee bedoeld worden. Aan Brabantse zijde wordt met de term
bufferzones bedoeld de attentiezones en de invloedsgebieden Natura 2000, die zijn
vastgelegd in de Keur van het waterschap en die de wettelijke basis vormen voor de
vergunningen voor grondwateronttrekkingen. In de Interim omgevingsverordening Noord-Brabant
zijn deze termen ook opgenomen. In de Omgevingsverordening Limburg 2014 wordt gesproken
over ‘bufferzones verdroogde natuurgebieden’. Ter verduidelijking is als bijlage bij
dit wijzigingsbesluit een kaart gevoegd waarmee de bufferzones in beide provincies
worden weergeven.
Overigens wordt in het beheerplan uit 2017 de term bufferzone ook op twee andere manieren
gebruikt, namelijk om daarmee gronden aan te geven binnen het Natuurnetwerk Nederland
(NNN) die verworven moeten worden en waarop peilverhoging dient plaats te vinden en
om zones aan te duiden rondom natte natuurparels om een verdere verslechtering van
de hydrologische situatie tegen te gaan. Dit komt niet overeen met de term bufferzone
die dient voor de bescherming van grondwaterafhankelijke natuur, zoals hierboven beschreven.
Dit wordt bij de herziening van het volgende beheerplan aangepast.
Passende beoordeling
Deltares heeft in opdracht van beide provincies een passende beoordeling opgesteld
voor grondwateronttrekking in de bufferzones rondom de Peelvenen ten behoeve van beregening
van open teelten. De passende beoordeling (als bijlage opgenomen) moet, zoals hierboven
aangegeven, met aan zekerheid grenzende waarschijnlijkheid onderbouwen of de huidige
beregening, onder alle situaties, wel of geen significant negatief effect heeft op
de natuurlijke kenmerken van het Natura 2000-gebied. Voor de passende beoordeling
zijn de volgende beschikbare gegevens en bronnen geanalyseerd en beoordeeld:
-
De hydrologische onderzoeken zijn in opdracht van de provincie Noord-Brabant en Limburg
uitgevoerd door Artesia en Witteveen+Bos op basis van beschikbare lokale grondwatermodellen
voor de Mariapeel - Deurnsche Peel en de Groote Peel. Deze zijn gebaseerd op invoer
van lokale hydrologische gegevens zoals waterlopen, ontwateringsmiddelen, peilen,
bufferzones en gewaskeuze. De modellen zijn bekend bij de gebiedspartijen vanuit eerdere
analyses en onderzoeken. De modellen zijn aangepast om extreem droge situaties te
kunnen doorrekenen. Hiervoor zijn de jaren 2018 en 2019 gebruikt. De uitgangspunten
van de modellen zijn beschreven in de betreffende onderzoeken. Er is een inschatting
gemaakt van het ecologisch doelbereik op basis van hydrologische hoogveencriteria.
-
Met de modellen zijn verschillende situaties (scenario’s) doorgerekend:
- -
met de uitgevoerde en bestuurlijk vastgestelde hydrologische maatregelen;
- -
met en zonder beregening;
- -
in gemiddelde en extreem droge jaren.
-
Hiermee is inzichtelijk gemaakt:
-
Aan de hand van grondwater- en oppervlaktewatermetingen is in de passende beoordeling
geconcludeerd dat de grondwatersituatie in de Peelvenen niet voldoet aan de hoogveencriteria.
Verder wordt aangegeven dat de staat van instandhouding van de Peelvenen ontoereikend
is, mede vanwege verdroging. Ook staat op basis van de regionale modelstudies van
Peelvenen vast, dat kan worden geconcludeerd dat grondwateronttrekking binnen de bufferzones
effect heeft op de grondwatersituatie in de Natura 2000-gebieden.
-
Conclusie
-
Gelet op deze bevindingen luidt de eindconclusie in de passende beoordeling dat het
niet mogelijk is om met wetenschappelijke zekerheid een significant negatief effect
door de grondwateronttrekking in de bufferzones ten behoeve van beregening van open
teelten uit te sluiten. Dit betekent dat er op basis van artikel 2.9 lid 1 sub a van
de Wnb geen vrijstelling van de vergunningplicht kan worden opgenomen in dit beheerplan.
-
Verduidelijking status bestaande rechten
Met dit besluit wordt geen verbod ingesteld op grond van de Wnb. Niet langer vrijstellen
betekent dat de reguliere systematiek ten aanzien van vergunningverlening geldt vanuit
de Wnb. Dat betekent dat per individueel geval moet worden bekeken in hoeverre deze
van toepassing is op de betreffende grondwateronttrekking.
Dit kan betekenen dat er op grond van artikel 2.7, lid 2 Wnb een vergunningplicht
geldt als significant negatieve effecten op voorhand niet zijn uit te sluiten. Tegelijkertijd
kan het zo zijn dat er sprake is van bestaande rechten uit het verleden (kortgezegd:
een Wnb-vergunning of toestemming van voor de referentiedatum 10 juni 1994) waardoor
wellicht geen (nieuwe) vergunning aangevraagd hoeft te worden. Deze bestaande rechten
worden door het besluit niet aangetast.
-
Definitie open teelten
-
Onder open teelten vallen alle teelten (akkerbouw, weilanden, vollegrondstuinbouw)
die niet onder glas of in tunnels worden geteeld. Er is in deze teelten een continu
open contact met de atmosfeer. Bedekte teelten zijn bedrijfsmatige teelten onder glas
of in tunnels waarbij geen continu open contact met de atmosfeer is. Hieronder vallen
ook teelten in bedekte ruimten niet zijnde kassen of tunnels. Tunnels kunnen dus ook
onder de bedekte teelt vallen, mits de tunnel afgesloten is en gedurende de teeltperiode
blijft staan. Teelten waarbij het plastic tijdens de teelt wordt verwijderd, moeten
worden gezien als onbedekte teelt.
-
Agrarische beregening buiten de bufferzones
-
Zoals hierboven aangegeven kan er geen vrijstelling worden opgenomen voor grondwateronttrekkingen
binnen de bufferzones ten behoeve van beregening open teelten. Voor de volledigheid
nemen we hier ook op wat de regels zijn in Noord-Brabant voor grondwateronttrekkingen
buiten de bufferzones ten behoeve van agrarische beregening.
-
Provincie Noord-Brabant
-
Hiervoor zijn regels opgenomen in de Interim omgevingsverordening Noord-Brabant en
de Regeling natuurbescherming Noord-Brabant. Op basis van deze regelgeving geldt een
vrijstelling voor agrarische beregening uit grondwater onder voorwaarden, gesteld
in artikel 1.3 van de Regeling natuurbescherming Noord-Brabant. Onttrekkingen mogen
geen significant negatief effect op een Natura 2000-gebied veroorzaken. Indien wordt
voldaan aan de overige vereisten zoals deze zijn opgenomen in artikel 1.3 van de Regeling
natuurbescherming Noord-Brabant, geldt de vrijstelling. Dit geldt zowel voor bestaande,
als voor nieuwe grondwateronttrekkingen buitende de bufferzones ten behoeve van agrarische
beregening.
-
Waterschap de Dommel hanteert per 1 maart 2015 voor agrarische beregening een nieuw
flexibeler beleid voor agrarische beregening buiten de beschermingszones en voor overgangszones
binnen beschermde gebieden, in combinatie met waterconservering en besparing.
-
Overigens wordt het beregeningsbeleid ook beschreven op pagina 89 van het beheerplan.
Voor meer informatie werd er verwezen naar www.brabant.nl/beregening. Deze verwijzing
is inmiddels niet meer actueel. Informatie over grondwateronttrekkingen voor de landbouw
is nu te raadplegen op: https://www.brabant.nl/onderwerpen/water/voldoende-water/grondwater-onttrekken.
-
Provincie Limburg
Aan Limburgse zijn geen nadere regels gesteld ten aanzien van het vrijstellen van
de vergunningplicht voor grondwateronttrekkingen buiten de bufferzones ten behoeve
van beregening van open teelten. In de Omgevingsverordening Limburg 2014 zijn in paragraaf
5.8 echter wel instructieregels opgenomen voor het waterschap. Volgens het derde lid
moet het waterschap invulling geven aan het stand still-beleid rond de natuurgebieden
en in het overige gebied. Het totale aantal putten en pompen mag niet toenemen, ook
niet buiten de bufferzone. Voor het gebruik van een nieuwe put of pomp, zonder een
bestaande geregistreerde put of pomp te vervangen, geldt op basis van het stand still-beleid
een algemeen verbod. Dit is nader uitgewerkt in de uitvoeringsregels behorende bij
de Keur van het Waterschap Limburg (deel 5, hoofdstuk 3);