Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant;
Gelet op de artikelen 2 en 15 van de Algemene subsidieverordening provincie Noord-Brabant;
Overwegende dat het nationale landschap Het Groene Woud vele mogelijkheden voor ondernemers,
inwoners en bezoekers biedt;
Overwegende dat er behoefte is de mogelijkheden voor recreatie en toerisme in Het
Groene Woud meer onder de aandacht te brengen;
Overwegende dat een toename van het aantal bezoekers aan Het Groene Woud de ondernemers
in de verbrede landbouw, de recreatieve en de toeristische sector mogelijkheden biedt
de inkomsten uit hun activiteiten te vergroten;
Overwegende dat informatiecentra een bijdrage leveren aan het bekendmaken van onder
andere de activiteiten, attracties, streekproducten, bezienswaardigheden, routestructuren;
Overwegende dat Gedeputeerde Staten subsidie willen verlenen voor de oprichting en
het ontwikkelen van bovengenoemde informatiecentra;
Besluiten vast te stellen de volgende regeling:
Toelichting algemeen
Het Groene Woud is één van de grotere projecten in het programma Schoon uit het bestuursakkoord
2007 – 2011 van de provincie Noord-Brabant. Het grote landelijke gebied gelegen tussen
de steden ‘s-Hertogenbosch, Eindhoven en Tilburg heeft grote kwaliteiten aan natuur,
landschap en cultuur. In het nationale landschap is veel inzet om deze waarden te
behouden en te versterken en de economische activiteiten hierop te richten. Om de
mogelijkheden voor ontspanning voor de inwoners en de bezoekers in het Groene Woud
beter onder de aandacht te brengen subsidieert de provincie Noord-Brabant het oprichten
en het ontwikkelen van informatiecentra.
In het kader van een ander project uit het bestuursakkoord van de provincie loopt
een grotenstedenproject B5. Dit project richt zich op de grote steden van de provincie
waaronder ‘s-Hertogenbosch, Eindhoven en Tilburg. Aan deze grote gemeenten aan de
rand van het Groene Woud zijn in het kader van het project B5 subsidies toegekend
voor het oprichten en ontwikkelen van informatiecentra. Subsidieverzoeken uit deze
gemeenten zijn daarom uitgesloten voor deze subsidieregeling.
Toelichting artikelsgewijs
Hieronder wordt waar nodig een nadere toelichting gegeven op de subsidieregeling.
Artikel 3 Doelgroep
Ondernemers, gemeenten, waterschappen, verenigingen en stichtingen, in het nationale
landschap Het Groene Woud, zijn de doelgroep. De provincie heeft enkele jaren geleden
financiële middelen toegezegd, met de ondertekening van een bestuursovereenkomst met
onder andere de gemeente Best, voor de ontwikkeling van gebied De Vleut. Indien een
subsidieverzoek voor een informatiecentrum in De Vleut wordt ingediend zal dit plan
met voorrang worden behandeld in verband met de verplichtingen die voortkomen uit
deze bestuursovereenkomst.
Artikel 4 Voorwaarden aan het project
De beschikbare financiële middelen maken onderdeel uit van het bestuursakkoord van
het huidige college van Gedeputeerde Staten. Het college wil in deze bestuursperiode
de informatiecentra realiseren. De voorwaarden die worden gesteld moeten garanderen
dat succesvolle informatiecentra voor 2011 zijn ontstaan.
Artikel 6 beoordelingscriteria en verdeelmaatstaf
Het subsidieplafond voor deze regeling is voor 2009 vastgesteld op € 500.000. Bij
het toekennen van het maximale subsidiebedrag per informatiecentrum is voor vijf centra
subsidie beschikbaar. In de gemeenten ’s-Hertogenbosch, Tilburg en Eindhoven zijn
al middelen toegekend aan informatiecentra in het kader van ‘Samen investeren in Brabant(stad)’.
In totaal worden minimaal vijf informatiecentra in het Groene Woud met deze subsidieregeling
opgericht.
De ingediende projectvoorstellen worden onderling gewogen door het toekennen van punten
op de schaal van 0 tot en met 10 per criteria. Hierbij worden 10 punten toegekend
aan het hoogst gewaardeerde projectvoorstel en 0 punten aan het laagst gewaardeerde
voorstel. Subsidies worden toegekend aan de projectvoorstellen met het hoogste totaal
aantal punten zolang het subsidieplafond niet is overschreden.
- a.
het aantal bezoekers bij het informatiecentrum
Het gaat hier om het aantal bezoekers dat nu de locatie jaarlijks bezoek of naar verwachting
gaat bezoeken. Een onderbouwing van het getal is nodig. Een groot bezoekersaantal
aan een informatiecentrum heeft naar verwachting een groter rendement voor het Groene
Woud.
- b.
het aanbod en de invulling van de voorzieningen Een aantal basisvoorzieningen zijn
vereist. De invulling hiervan heeft invloed op het aantal bezoekers. Voorzieningen
naast de genoemde basisvoorzieningen worden meegenomen in de beoordeling.
- c.
de aansluiting op recreatieve routes Vanuit de informatiecentra gaan bezoekers het
Groene Woud in. Aansluiting op wandel-, fiets- mountainbike-, ruiterroutes stimuleert
bezoekers om bij informatiecentra te starten voor een verblijf in het Groene Woud.
- d.
het aanbod en de invulling van de informatieverstrekking Informatie voor de bezoekers
over het Groene Woud, dat is waar het om gaat. Beoordeeld wordt de informatie die
aangeboden gaat worden en de wijze waarop dit gebeurt. Initiatieven om met andere
informatiecentra samen te werken zijn positief.
- e.
de invulling en het belang van de bezoekerstrekkende activiteit Uitgangspunt is dat
een informatiecentrum gekoppeld wordt aan een andere publiekstrekkende activiteit.
Beoordeeld wordt wat de meerwaarde is van deze activiteit voor het Groene Woud.
- f.
de invulling van het Groene Woud thema Het op de kaart zetten van het Groene Woud
met een thema in een informatiecentrum is een voorwaarde. Hierbij wordt bijvoorbeeld
gedacht aan de volgende thema’s: cultuurhistorie, streekproducten, natuur. De originaliteit,
uniciteit en de uitvoering worden in de beoordeling meegenomen.
- g.
de meerwaarde voor het Groene Woud Veel van hetzelfde is niet gewenst. De toegevoegde
waarde van het informatiecentrum, het thema en de publiekstrekkende activiteit wegen
mee.
- h.
de bijdrage aan de spreiding van de informatiecentra over het Groene Woud Het Groene
Woud strekt zich over een groot grondgebied uit. De acht informatiecentra moeten gespreid
liggen over het Groene Woud. De bijdrage aan de spreiding wordt beoordeeld.
- i.
Informatiecentra die de subsidie volledig benutten voor investeringen worden hoger
gewaardeerd dan informatiecentra die de subsidie ook gaan gebruiken voor de exploitatie.
Artikel 8 lid 3 subsidiabele kosten
Het bedrag van € 200.000 (resp. € 100.000) komt overeen met het drempelbedrag dat
de Europese Commissie heeft vastgesteld ten aanzien van de-minimussteun. Dit bedrag
geldt per onderneming over een periode van drie belastingjaren. Steun onder deze drempel
behoeft niet te worden aangemeld. In deze (verordening/regeling) is ervoor gekozen
om bij de subsidietoekenning dit bedrag niet te overschrijden.
Het kan echter in de praktijk voorkomen dat een door ons begunstigde onderneming in
de afgelopen drie jaar al eens subsidie of een andere vorm van steun van een overheidsorgaan
heeft ontvangen. Dit moet blijken uit de Verklaring de-minimussteun.
Indien de te verlenen subsidie tezamen met de reeds ontvangen steun een bedrag van
€ 200.000 (resp. € 100.000) overschrijdt, zal in dat specifieke geval de onderhavige
subsidieverlening aangemeld moeten worden.
Artikel 9 verplichtingen
Informatiecentra moeten bezoekers uitdagen vaker en meerdere plekken in het Groene
Woud te bezoeken. Informatiecentra moeten een meerwaarde hebben voor heel het Groene
Woud. Met een uitgewerkt thema moet dit worden ingevuld. Een informatiecentrum moet
een startpunt zijn voor activiteiten naar andere plekken in het Groene Woud. Voorzieningen
behorend tot een informatiecentrum moeten gratis toegankelijk zijn.