Verplaatsingspatronen


De wegvak- en baanvakbelastingen geven goed inzicht in eventuele problemen op het netwerk. Maar het geeft geen inzicht in welke reizigers hiervan hinder ondervinden of om welke groep reizigers het gaat. Om dit inzicht te verkrijgen, kunnen we de herkomst- en bestemmingsmatrices analyseren. In een regionaal verkeersmodel zoals het BBMA Zuidoost-Brabant, maakt gebruik van meer dan 6.000 herkomst- en bestemmingsgebieden, wat resulteert in een matrix van 6.000 x 6.000 cellen.

Om dit te vereenvoudigen worden de gebieden bijvoorbeeld op gemeente- of op wijkniveau gecombineerd.

Voorbeeld

Door deze aggregatie kunnen we bijvoorbeeld analyseren hoeveel reizigers van 's-Hertogenbosch naar Eindhoven reizen. De automobilisten die deze verplaatsing maken zullen veelal over de A2 of de A50 – N279 rijden. Met behulp van de matrixaggregatie kan het verkeersmodel inzicht geven in de groei of afname van dit aantal reizigers. Als specifiek moet worden gemaakt wie er exact over het wegvak met een knelpunt rijden , kan een selected link analyse worden uitgevoerd. Deze analyse geeft inzicht in de herkomst en bestemmingen van het verkeer, dat gebruik maakt van het geselecteerde wegvak. Het gaat hier om een verplaatsingspatroon omdat met behulp van de matrixaggregatie ook de zwaardere vervoerstromen inzichtelijk kunnen worden gemaakt (en dat hoort weer bij de verplaatsingspatronen). Vergelijkbare analyses kunnen ook voor het OV en de fiets worden uitgevoerd.


Vragen Verkeersmodel BBMA