Gedragsmodel
Mogelijk een van de meest complexe onderdelen van een verkeersmodel zoals de BBMA is het gedragsmodel. Dit onderdeel van het verkeersmodel is verantwoordelijk voor het nabootsen van het menselijke gedrag dat resulteert in alle verplaatsingen die in het model plaatsvinden, voor alle modaliteiten, voor alle dagdelen en voor elke herkomst en bestemming.
Het gedragsmodel is verantwoordelijk voor de routekeuze om van A naar B te komen en de modaliteitkeuze – het vervoersmiddel waarmee men reist – dat men in het model uiteindelijk kiest en gebruikt. Dit doet het gedragsmodel op een indirecte wijze. Op basis van data uit OViN (Onderzoek Verplaatsingen in Nederland, 2010 - 2017) en OdiN (Onderweg in Nederland, 2018 - heden) wordt informatie gewonnen over dit reizigersgedrag, zoals motieven, het vervoerstype, de afstand, aantal verplaatsingen per persoon, de weersomstandigheden ed.
Omdat de onderzoeken elk jaar een beperkte steekproef uitvoeren, wordt ervoor gekozen de data over meerdere jaren te stapelen om zo een representatiever beeld te vormen. Dit is van groot belang om genoeg data te vergaren die specifiek van toepassing is op inwoners in de provincie Noord-Brabant.
Binnen het verkeersmodel komt het gedragsmodel aan bod wanneer de herkomst en bestemmingen bepaald worden. Zo wordt vormgegeven aan de verplaatsingen die men wil gaan maken in het model, zonder nog gekeken te hebben naar de mogelijke manieren om de verplaatsing van A naar B te maken, dus ook zonder route. Pas bij de toedeling van het model – het gedeelte in het proces waar de herkomsten en bestemmingen op het netwerk worden gezet – gaat het gedragsmodel aan de slag met het verdelen van de personen naar de modaliteiten en worden routes bepaald.