Opmaakstijlen voor omslagen en beelddragende middelen
Een huisstijl is cruciaal voor het creëren van herkenbaarheid en vertrouwen. Door kleuren, lettertypes en vormelementen consistent toe te passen, ontstaat een samenhangend geheel dat de identiteit van de provincie versterkt. Deze consistentie zorgt ervoor dat communicatie-uitingen professioneel overkomen en helpt de boodschap effectiever over te brengen
Er zijn 2 opmaakstijlen. Deze sluiten aan bij het doel van het communicatiemiddel. Deze opmaakstijlen gelden alleen voor omslagen en beelddragende middelen met communicatievensters. De opmaak voor volgpagina’s of binnenwerk is voor beide opmaakstijlen hetzelfde.
Zowel bij beleidscommunicatie als bij corporate communicatie sluit de vormgeving aan bij het doel van het communicatiemiddel.
Primair informeren | Informeren + inspireren of activeren |
---|---|
Deze stijl gebruik je voor o.a.:
|
Deze stijl gebruik je voor o.a.:
|
Opmaakstijl 1: Primair informeren
Deze stijl gebruik je voor o.a.:
- Startnotities
- Beleidskaders
- Uitvoeringsagenda’s
- Rapporten
- Presentaties
Kenmerken
- Logo en vensters vormen samen een geheel.
- Werk met een hoofdvenster en een subvenster of alleen een hoofdvenster.
- Gebruik aflopend beeld:
- werk bij voorkeur met fotografie (zie Fotografie)
- laat Brabant zien (zie Beeld)
- Gebruik nooit alleen het subvenster.
Basiselementen
- Logo
- Hoofdvenster
- Optioneel: subvenster
- Aflopend beeld
- Het logo is altijd 3 blokjes hoog.
- Het logo zit altijd vast aan het hoofd- of subvenster.
- Hoofd- en subvenster staan altijd tegen elkaar aan.
- De vensters staan in de basis links uitgelijnd. Als het beeld hierom vraagt is rechtslijnend toegestaan.
- De verticale positie is vrij te bepalen.
- De kleuren van het hoofd- en subvenster komen uit dezelfde basiskleurreeks.
- Teksten in de vensters staan altijd links uitgelijnd en lijnen altijd met elkaar.
- De tekst van het logo lijnt ook met de andere teksten.
- Een venster is nooit wit of zwart.
Hoofdvenster
- Altijd toepassen.
- Krijgt een basiskleur of een donkere tint.
- Nooit aflopend plaatsen.
- Venster staat altijd op de linker- of rechtermarge.
- Formaat is afhankelijk van de lengte van de tekst.
- Marge rondom tekst altijd 2 blokjes.
- Bevat de titel.
- Maximaal 3 regels tekst.
- Tekstkleur is altijd wit.
- Tekstgrootte en regelafstand staan vast.
Uitzonderingen wanneer het hoofdvenster op een witte achtergrond wordt geplaatst:
- In basiskleur, donkere tint of de 30% tint.
- Tekst bij basiskleur of donkere tint altijd wit.
- Tekst bij 30% tint altijd een donkere tint.
Subvenster
- Optioneel toepassen.
- Krijgt een basiskleur, donkere of lichte tint.
- Links of rechts aflopend plaatsen.
- Formaat venster is afhankelijk van de lengte van de tekst.
- Links geplaatst: marge links is 7 blokjes, overige marges 2 blokjes (rechts geplaatst: andersom).
- Bevat de subtitel.
- Bij voorkeur één en maximaal 2 regels tekst.
- Tekstkleur is variabel (houd rekening met digitoegankelijk)
- Tekstgrootte en regelafstand staan vast.
Do’s
Don'ts
Opmaakstijl 2: Informeren + inspireren of activeren
Deze stijl gebruik je voor o.a.:
- Projecten en campagnes
- Specifieke communicatie zoals arbeidsmarktcommunicatie en jongerencommunicatie
- Evenementen
Kenmerken
De communicatieboodschap en -visualisatie krijgen alle ruimte, los van het venster en logo. Ruimte voor meer vrijheid in de opmaak:
- Gebruik altijd een witte strook boven- of onderaan.
- Gebruik geen hoofdvenster, plaats de kop in het beeld.
- Mogelijkheid om een project- of campagnelabel toe te voegen.
Basiselementen
- Logo
- Subvenster
- Aflopend beeld
- Witte strook
- Optioneel: project- of campagnelabel
Toepassing
- Elk communicatiemiddel krijgt een witte strook, met daarin het subvenster en logo.
- De witte strook wordt boven– en onderaan de pagina geplaatst.
- De witte strook is 15 blokjes hoog (45 mm).
- Het hoofdvenster vervalt.
- Gebruik altijd een subvenster.
- Het subvenster wordt links of rechts aflopend geplaatst.
- De titel is vrij te plaatsen in het beeld.
- Gebruik eventueel schaduw of verloop achter de titel bij onvoldoende contrast.
- De ruimte boven of onder de witte strook is vrij in te vullen met beeld (fotografie, illustratie of campagnestijl).
- De teksten in het subvenster en het logo lijnen met elkaar.
- Het logo staat onder- of bovenaan altijd op de marge.
- Het logo zit altijd vast aan het subvenster.
- Het beeld zit altijd vast aan het subvenster.
Subvenster
- Altijd toepassen.
- Krijgt een basiskleur, donkere of lichte tint.
- Links of rechts aflopend plaatsen.
- Formaat venster is afhankelijk van de lengte van de tekst.
- Links geplaatst: marge links is 7 blokjes, overige marges 2 blokjes (rechts geplaatst: andersom).
- Bevat een call to action of (verwijzing naar) meer informatie.
- Bij voorkeur één en maximaal 2 regels tekst.
- Tekstkleur is variabel uit de kleurenreeks(houd rekening met digitoegankelijk).
- Tekstgrootte en regelafstand staan vast.