Peer Verkuijlen: Na 5 jaar is VABIMPULS meer dan ooit van betekenis


Donderdag 26 oktober staat er weer een grote VABIMPULS-bijeenkomst op de agenda. Doel: kennis en ervaringen delen. Dat is des te waardevoller nu er op het platteland en in de landbouwsector van alles speelt. “Juist nú kan VABIMPULS meer dan ooit van betekenis zijn.”

Gabriels fotografie - Peer VerkuijlenAan het woord is Peer Verkuijlen, projectleider van VABIMPULS. Dat ‘betekenisvolle’ zit hem volgens hem in de succesvolle individuele begeleiding en de aandacht voor ‘een andere toekomst’ van boeren die gestopt zijn. Maar ook van boeren die willen stoppen of op een andere manier verder willen met hun bedrijf. Dat kan ook agrarisch zijn. “Het klinkt misschien wat zweverig, maar de kernvraag in al onze gesprekken met ondernemers in het landelijk gebied is: wat zou je graag met je partner of familie willen doen als je stopt met wat je jarenlang – ook samen – zo bevlogen deed?”

Impasse

Ruim 5 jaar geleden was VABIMPULS een programma om de leegstand op het platteland aan te pakken. “Het ging destijds vooral om veehouders die al waren gestopt. Vaak wat kleinere bedrijven waarvan de stallen leeg stonden. Verpaupering lag op de loer, net zoals het risico op ondermijning. Maar het slopen van die stallen was voor veel eigenaren een stap te ver. Het idee van ‘als het weg is, is het ook echt weg’ weerhoudt velen. En de mensen die er iets anders mee wilden doen, liepen vaak tegen de grenzen van een bestemmingsplan aan. Dat leidde tot een impasse.”

Uitbreiding van dienstverlening

Om deze te doorbreken, begon VABIMPULS, werkend vanuit Brabant Advies, in opdracht van de Provincie Noord-Brabant met het bieden van begeleiding aan eigenaren van vrijgekomen agrarische bebouwing om te komen tot een toekomstplan. Eentje waar zowel eigenaar als overheid (vaak de gemeente) gelukkig mee was. Niet veel later breidde VABIMPULS haar dienstverlening uit naar agrarisch ondernemers die nog actief waren. Peer: “Dat was in de periode dat er in de politiek hevig werd gesproken over stalaanpassingen. Veel ondernemers stonden toen voor de beslissing: ‘ga ik door of stop ik?’ Ook deze eigenaren, ondernemers en hun gezinnen, zijn we op verzoek van de provincie gaan begeleiden bij het schetsen van een toekomstplan. Vanaf dat moment zag je ook de grotere bedrijven aanhaken. Allen melden zich veelal op eigen initiatief.  Een goed teken. Dat geeft heel erg aan dat ze met hun bedrijf en toekomst bezig zijn.”

Niet spectaculair maar realistisch

Peer benadrukt dat een toekomstplan niet per se een spectaculaire ommezwaai hoeft te betekenen. “Er zijn ondernemers die blijven doen wat ze deden, maar met een kleine aanpassing. Of er iets bij gaan doen. Vaak nemen ze dan wel afscheid van het houden van vee. De meeste ‘stoppers’ willen het liefst op hun plek blijven wonen. Die wens is tegelijkertijd ook vaak een lastige uitdaging vanwege regelgeving.” Andere toekomstplannen die al voorbij kwamen in de VABIMPULS-praktijk zijn initiatieven als het opzetten van grotere en kleiner B&B’s, wonen met zorg, kleinschalige opslag en camperplaatsen. Maar ook natuurcampings en minicampings, een fietscafé, kinderopvang en dagbesteding kwamen al eens voorbij. Verder zijn er ook bedrijven die overgaan naar natuurinclusieve landbouw, agroforestry of een biologische zalmkwekerij. “Het gaat om het zetten van realistische stappen. Wat is haalbaar? Wat biedt toekomstperspectief? Waar worden  ondernemer, partner, gezin gelukkig van? We zijn blij dat we ze met VABIMPULS de tijd kunnen bieden over de juiste dingen na te denken.”

‘Stilzitten en afwachten helpt niemand’

Dat komt in 2023 goed uit. Want vandaag de dag is onzekerheid troef. Stikstofregels uit Europa, een Landbouwakkoord dat er nog niet is en een provinciale verkiezingsuitslag die nog geen concrete strategie voor het landelijk gebied opleverde. “We merken dat agrarisch ondernemers afwachten. Ook degenen die op leeftijd zijn en eigenlijk echt die volgende stap willen zetten. Dit doen ze nu niet, bijvoorbeeld omdat ze niet weten of het voor hun opvolger loont om ‘iets’ met natuurvriendelijke landbouw te doen. Of omdat ze geen opvolger hebben en wachten op een goede uitkoopregeling.” Stilzitten en afwachten helpt niemand, vindt Peer. “Juist in zulke situaties kan VABIMPULS iets betekenen. Zoals met de ondernemer achterhalen of ‘dat hoogste bod’ de beste oplossing voor zijn toekomst is. Of dat er misschien toch méér is wat hem gelukkig maakt. We laten hem dus anders kijken naar de toekomst, misschien naar iets waar hij nog niet aan heeft gedacht.”

Intensieve gesprekken laten bezinken

Al meer dan vijf jaar lang schetst VABIMPULS zo toekomstscenario’s, altijd toegespitst op de individuele eigenaren/ondernemers en hun gezinnen. “De gesprekken die we daarvoor voeren, zijn vaak heel intensief. Alles komt op tafel, van hun mooiste dromen tot hun grootste angsten. Zulke processen kosten tijd. Die gaan gepaard met zoveel emoties… die jaag je er niet even doorheen. Mensen moeten ideeën laten bezinken, informatie verwerken, wikken, wegen. Ondernemers zouden de huidige impasse in de Nederlandse landbouwsector goed kunnen benutten door deze gesprekken nu te voeren.”

‘Redeneer vanuit de ondernemer’

VABIMPULS is ook al 5 jaar de kennispartner voor overheden. “We vullen de ruimte tussen agrarisch ondernemers in het veld, de buitenwereld en de overheid. We helpen mee om realistische toekomstperspectieven van individuele ondernemers in te passen in het overheidsbeleid. We zien helaas nog vaak dat overheden blijven hangen in ‘onmogelijkheden’. Dat ze teveel vanuit hun eigen beleidskaders denken, bijvoorbeeld om risico’s van precedenten te voorkomen. Natuurlijk valt het te prijzen dat velen bezig zijn met visies voor het landelijk gebied. Maar te vaak wordt daarbij de realiteit vanuit de buitenwereld vergeten. De akkerbouwer, melkveehouder of de varkens-, kippen- of schapenboer die er ook zit. Ons advies is: redeneer als beleidsmakers en beoordeelaars ook wat meer vanuit die ondernemer en probeer iets mogelijk te maken. Wij weten uit al onze ervaringen dat er heel veel energie bij die ondernemers zit. Dat ze barsten van de ideeën die verrassend vaak goed passen bij een gemeentelijke visie. Gesprekken kunnen in eerste instantie het beste vanuit een onafhankelijke, niet-commerciële rol gebeuren. Doe je dat vanuit de gemeente, provincie of waterschap, dan ben je ‘toch die overheid die iets nodig heeft’. Zo wordt dat nu nog gezien.”

Op de individuele toer

Peer erkent dat de overheid die rol mogelijk op enig moment in de toekomst ook zelf kan oppakken, maar dat daar eerst een cultuurverandering voor nodig is. “Zulke gesprekken gaan veel meer over gevoelens, emotie. Vertrouwen speelt daarbij een grote rol. Als je dat niet gewend bent, is dat best lastig. Wij helpen met tips en advies over hoe je gesprekken beter kunt voeren. Hoe je dingen vanuit een ander perspectief kunt bekijken. Dat ondersteunen we met geslaagde voorbeelden. Bijvoorbeeld van ondernemers die een nieuwe functie aan het buitengebied toevoegden, zoals een fietscafé met overnachting, en daarin werden gefaciliteerd door beleidsmakers. Het kán echt. Ik pleit dan ook voor pure samenwerking. Met wederzijds respect en zonder wantrouwen. Laat de polarisatie niet in huiskamer of gemeentehuis komen.”

Rapport Remkes

Aandacht voor ‘menselijkheid’ en ‘emotie’ komt ook terug in de aanbevelingen uit het rapport van Remkes. “Hij adviseert de overheid letterlijk om de menselijke maat niet uit het oog te verliezen. En om de abstracte beleidsdoelen concreet te vertalen naar wat die betekenen voor die ene persoon op het erf. Het gesprek hierover moet volgens Remkes ook op het erf plaatsvinden, met passende onafhankelijke begeleiding als dat gewenst is. Dat is precies wat wij doen, al ruim 5 jaar.”

Samenwerken met het veld

Peer heeft nog een tip voor overheden. “Ik pleit voor meer samenwerking tussen overheid en het veld. Gebiedsplannen moeten dus niet top-down worden aangepakt. Je moet ze ook niet eerst maken en daarna pas gaan handelen. Het is veel beter om het veld erbij te betrekken en al in een vroeg stadium doen wat nodig is om initiatiefnemers snel vooruit te helpen. Natuurlijk zijn visies en plannen nodig. Maar zeker op lokaal niveau weet je best al welke kant het in een gebied op kan gaan.”

Eerst het één, dan het ander

“Wat je ook ziet gebeuren, is ‘stapeling’: gemeenten of regio’s steken veel energie in het inventariseren van het aantal bedrijven. En in de wensen die al die bedrijven hebben. Dat lijkt daadkrachtig en roept meteen verwachtingen op. Maar in heel veel gemeenten liggen al initiatieven – helaas vaak te lang – te wachten. Mijn nadrukkelijke oproep is om die bekende initiatieven eerst af te wikkelen en de stapel weg te werken. Daar is grote behoefte aan.”

Lerende organisatie

VABIMPULS zelf blijft volgens Peer ook een lerende organisatie. “Nu er nog meer veranderingen en regelingen zijn, is samenwerken met andere partners, zoals het ondersteuningsnetwerk, cruciaal. Dat deden we al, maar hier ligt wat mij betreft nog ruimte voor verbetering. Niet om alles ingewikkelder te maken, maar wel duidelijker.” Het is één van de lessen uit ruim 5 jaar VABIMPULS die dit najaar, op 26 oktober, worden belicht. “We delen dan niet alleen de succesverhalen maar ook de ‘missers’, want er gaat ook weleens iets verkeerd. Juist dáár kunnen we van leren.”
Meer over de aanstaande bijeenkomst wordt in de komende maanden bekend gemaakt. 26 oktober 2023 kunt u wel alvast in uw agenda noteren.