‘VABIMPULS moet doorgaan, de vraag is hoe?’
In 2017 begon VABIMPULS als tijdelijke voucherregeling voor VAB’s. Zeven jaar later gaat het over VABIMPULS’ toekomst: stopt ze of blijft ze bestaan? Gedeputeerde Marc Oudenhoven: ‘VABIMPULS gaat door. De vraag is nog: ‘hoe?’ Dat onderzoeken we nu.”
De VABIMPULS-voucherregeling breidde in de afgelopen jaren behoorlijk uit. Waren het eerst eigenaren van leegstaande stallen die ervoor in aanmerking kwamen, later mochten ook ondernemers meedoen met stallen die in de toekomst leegkomen. Of die een ander perspectief zoeken om op hun eigen locatie in het landelijk gebied te blijven ondernemen.
Bijna 1.000 aanvragen
Marc Oudenhoven heeft Agrarische ontwikkeling in zijn portefeuille. Daarmee heeft het Brabantse landelijk gebied zijn onverdeelde aandacht, net zoals de initiatieven die worden genomen voor een duurzame toekomst ervan, zoals VABIMPULS. “VABIMPULS is een groot succes”, zegt hij. “De cijfers laten het zien: er zijn sinds de start bijna duizend vouchers aangevraagd. Daarvan zijn er ruim negenhonderd toegekend aan evenzoveel initiatiefnemers. In het begin ging het nog om ondernemers die al waren gestopt. Nu zie je dat het accent veel meer ligt op aanvragers die nog actief zijn maar willen gaan stoppen, óf die iets anders willen gaan doen óf zich willen verbreden. Ik vind dat een mooie ontwikkeling. Herinvulling of verbreding biedt agrarisch ondernemers perspectief: ze kunnen er zo bijvoorbeeld nog jaren blijven ondernemen en een boterham verdienen op een plek die ze lief is. Herinvulling of verbreding biedt ook uitkomst als ze graag – met een bijverdienste – op die plek willen blijven wonen.”
De tijd nemen voor boer en gezin
De kracht van VABIMPULS is dat het ondernemers zelf laat ontdekken welke toekomst bij ze past, onder leiding van onafhankelijke deskundigen en specialisten. “Niet elke agrarisch ondernemer ziet het op voorhand zitten om bijvoorbeeld kleinschaliger te gaan boeren”, illustreert hij. “Ook emoties spelen mee, zeker als jij degene bent die de koers van het familiebedrijf na generaties verandert door te stoppen of het roer om te gooien. Dan is het fijn dat er deskundigen zijn die ook daar oog voor hebben. Die de tijd nemen om met de ondernemer en zijn gezin te praten, onafhankelijk zijn en voor maatwerk en de individuele aanpak gaan.”
Bevlogen en enthousiast
Oudenhoven prijst de ontwikkeling die VABIMPULS heeft doorgemaakt. “Fantastisch dat het lukt om agrariërs perspectief te bieden. Maar ik geef ook toe dat het proces dat er achteraan komt, lastig is.” Hij doelt ermee op de opvolging van een plan, zoals de vergunningentrajecten die er vervolgens bij komen kijken. “Laatst heb ik met Peer Verkuijlen van VABIMPULS diverse agrariërs bezocht. Daar zag ik hoe divers de plannen zijn waarmee ze in het buitengebied bezig zijn en actief willen blijven. En ook hoe groot de drijfveren zijn om daarmee aan de slag te gaan. Maar ik merkte ook: de trajecten om de plannen te concretiseren, moeten echt sneller. Nu blijven plannen nog te vaak en te lang liggen. Heel soms al in de fase van planvorming, maar nog veel vaker op ambtelijke en beleidstafels als de plannen eigenlijk gewoon klaar zijn. Daar haal je alle bevlogenheid en enthousiasme mee weg.”
Wens tot versnelling
Volgens Oudenhoven is één van de verklaringen dat de gebiedsgerichte aanpak voor het landelijk gebied nog te weinig kruisverbanden laat zien. “Er lopen veel programma’s bij de provincie. Ze versterken elkaar niet voldoende in het belang van die boer, maar opereren vooral vanuit de belangen die het programma voorop stelt, zoals ‘water’ of ‘cultureel erfgoed’. Dat leidt er in de praktijk toe dat een plan van een agrariër aan de eisen uit heel veel programma’s tegemoet moet komen. En daar loopt het dan vast.” Hij beaamt dat het geen populair idee is om al die programmadoelen te matchen met de individuele belangen van een gestopte of stoppende agrariër. “Maar de wens tot versnelling leeft wel breed. We moeten daar echt iets mee doen.”
Ondernemer centraal
Ondertussen ligt ook de ‘eindigheid’ van VABIMPULS op tafel. De regeling is tijdelijk, en dus moet er duidelijkheid komen óf deze wordt voortgezet en zo ja, hoe, waar en door wie? Oudenhoven: “Als het aan de provincie ligt, blijft de regeling bestaan. Op welke manier, daar kijken we nog naar want dat deze vorm van ondersteunen en begeleiden waardevol is, staat vast. Vooral het behouden van de krachtige eigenschappen van VABIMPULS is daarbij belangrijk: de onafhankelijkheid, de verbinding met het veld, empathisch vermogen, vertrouwen… Dat vraagt om een nauwgezette borging van die aspecten, ongeacht welke opvolger er klaarstaat om dit te gaan doen.” Oudenhoven is over één ding helder: “Wie VABIMPULS ook overneemt en hoe we trajecten ook gaan versnellen, het belang van de agrarisch ondernemer móet centraal staan om deze beroepsgroep perspectief te bieden in ons landelijk gebied.”