In een grondwaterbeschermingsgebied gelden de regels van de Provinciale milieuverordening.  De aanleg van boorputten, bodemenergiesystemen en het uitvoeren van grondwerk dieper dan 3 meter is verboden. Afstromend water van gebouwen en bestrating mag niet zonder voorzuivering de bodem in. Parkeerplaatsen moeten voorzien worden van aaneengesloten verharding en aangesloten zijn op de riolering. De animatie legt uit.