Huisvesting vergunninghouders
De Huisvestingswet bepaalt dat gemeenten de zorg hebben voor de huisvesting van vergunninghouders. Vergunninghouders zijn vreemdelingen die in Nederland een verblijfsvergunning asiel hebben ontvangen. Een gemeente ontvangt daarvoor van de rijksoverheid ieder half jaar een zogeheten taakstelling: een vastgesteld aantal vergunninghouders dat de gemeente per kalenderhalfjaar dient te huisvesten.
De hoogte van een taakstelling wordt per gemeente vastgesteld op basis van een formule in de Huisvestingswet. Een grote gemeente krijgt daardoor een hogere taakstelling dan een kleine gemeente. Tijdige realisatie van de vastgestelde taakstelling is belangrijk voor het bevorderen van een goede integratie in de Brabantse samenleving en het optimaal kunnen blijven benutten van de centrale opvangcentra waarvoor ze bedoeld zijn, namelijk de opvang van asielzoekers die nog in procedure zijn.
De provincie houdt toezicht op de uitvoering van deze huisvestingstaak door gemeenten.
Diagnose: verzamelen en beoordelen van informatie over de taakuitvoering
Gemeenten moeten volgens de Huisvestingswet ieder kalenderhalfjaar (op 1 juli en op 1 januari) hun taakstelling gerealiseerd hebben. Daarvoor biedt de wet gemeenten onder meer de mogelijkheid tot onderlinge samenwerking, het maken van een Huisvestingsverordening voor urgent te huisvesten doelgroepen en het maken van prestatieafspraken met woningcorporaties. Het Centraal Orgaan opvang asielzoekers (COA) wijst vergunninghouders toe aan gemeenten en publiceert iedere maand de realisatiecijfers per gemeente. De provincie controleert of de Brabantse gemeenten de taakstelling gehaald hebben of niet. De provincie werkt daarbij nauw samen met het COA. Als een gemeente de taakstelling niet haalt, informeert de toezichthouder naar de oorzaak van de ontstane achterstand (hoor- en wederhoor). Bij grote of opeenvolgende achterstanden komt de gemeente onder actief toezicht. Dan wordt gevraagd om een kort en krachtig actieplan met maatregelen en termijnen (SMART), waarmee de gemeente zo snel mogelijk weer aan haar verplichtingen kan voldoen. Als dat niet het gewenste resultaat geeft en ook bestuurlijk overleg geen oplossing biedt, kan de provincie zo nodig ingrijpen en op kosten van de gemeente overgaan tot het huisvesten van vergunninghouders.
In het jaarplan Interbestuurlijk Toezicht kun je de meest recente criteria vinden die gehanteerd wordt bij de beoordelingen. Het jaarplan is te vinden onder Jaarplan Interbestuurlijk Toezicht 2024 - Brabant.
Interactie: contact tussen toezichthouder en toezichtontvanger
De provincie doet meer dan controleren alléén. Zo wordt er waar gewenst deelgenomen aan overleggen in de regio over het onderwerp huisvesting vergunninghouders. Ook verzamelt en deelt de provincie goede voorbeelden (Best Practices) met gemeenten die moeite hebben met het tijdig realiseren van de taakstelling. Daarnaast gaat de Interbestuurlijk toezichthouder in dialoog met de toezichtontvanger. Het doel van deze zogeheten ‘dialooggesprekken’ is om te ervaren of die een toegevoegde waarde hebben voor verdere verbetering van de onderlinge relatie met de toezichtontvangers met positieve effecten op de doelmatigheid van de uitvoering van het interbestuurlijk toezicht en de kwaliteit van het openbaar bestuur.
Bestanden
Heeft u vragen?
Maak dan gebruik van het vragenformulier of bel met het algemene telefoonnummer van de provincie.
Factsheet huisvesting vergunninghouders
Informatie over toezicht op huisvesting vergunninghouders.