Wet- en regelgeving geluid
De Omgevingswet beschermt geluidsgevoelige functies (zoals woningen) tegen geluidhinder van verkeer-, spoorweg- en industrielawaai.
Als het gaat om geluidhinder zijn de belangrijkste onderwerpen:
Industrielawaai op industrieterreinen met ‘grote lawaaimakers’
Wegverkeerslawaai
- bouwen van woningen langs wegen.
- aanleg/wijzigen van wegen.
Spoorweglawaai
- bouwen van woningen langs (hoofd)spoorwegen.
- aanleg/wijzigen van secundaire spoorwegen (niet het hoofdspoorwegnet).
Gemeenten toetsen aan de geluidnormen op het moment dat er geluidgevoelige bestemmingen zoals bijvoorbeeld woningen gebouwd worden en bij de aanleg of wijziging van (spoor)wegen en industrieterreinen. Door de groei van het verkeer is de geluidbelasting op veel plekken toegenomen.
Onder de Omgevingswet is de provincie verantwoordelijk voor geluid langs provinciale wegen. Om de onbeheerste groei aan geluid tegen te gaan, zal de provincie het systeem van Geluidproductieplafonds (GPP) gebruiken voor provinciale wegen.
De provincie moet de Geluidproductieplafonds vaststellen voor 2026. Zolang deze niet zijn vastgesteld, blijft de Wet geluidhinder van toepassing. Planning van de provincie Noord-Brabant is om de Geluidproductieplafonds in het 1e kwartaal van 2025 vast te stellen.
Geluidproductieplafonds
Met de geluidproductieplafonds wordt vastgelegd hoeveel geluid een weg uitstraalt, dit noemen we ook wel geluidemissie. Dit gebeurt aan de hand van rekenmodellen. Het systeem meet niet wat de geluidbelasting is op woningen of in de omgeving. Bij het bepalen van de hoeveelheid aan geluid worden alleen de factoren meegenomen die betrekking hebben op de weg zelf. Als wegbeheerder zijn dat ook de factoren waar de provincie invloed op kan uitoefenen.
Het systeem houdt in dat aan beide kanten van de provinciale wegen punten worden gesitueerd. Dat zijn geen fysieke punten waar we geluid meten, maar virtuele punten in een digitaal rekenmodel. Voor ieder punt is een maximaal toegestane geluidproductie berekend. Dit maximum noemen we het Geluidproductieplafond of GPP. De referentiepunten liggen steeds op 50 m afstand van de weg, op 4 m hoogte en 100 m uit elkaar.
Indien de vastgestelde waarde voor een Geluidproductieplafond of GPP wordt overschreden, moeten er maatregelen worden genomen zodat de hoeveelheid geluid (geluidemissie) van de weg weer voldoet aan de waarde op het GPP-punt. Een keer in de 5 jaar zijn we als provincie verplicht een monitoringsrapport te maken waarin voor inwoners inzichtelijk wordt gemaakt of de waarden worden overschreden. Alle wijzigingen die zich op of aan de weg hebben voorgedaan (inclusief de verkeersintensiteit) worden in het digitale rekenmodel verwerkt. De monitoringsinformatie gebruiken we zodat we tijdig plannen kunnen maken om toekomstige overschrijdingen te voorkomen.
Geluidaandachtsgebied
Met de geluidproductieplafonds worden ook aandachtsgebieden vastgesteld langs de provinciale wegen. Dit zijn gebieden waar de geluidbelasting als gevolg van de provinciale weg hoger is dan 50 dB. Bij het toestaan van een woning of andere geluidsgevoelige bestemming in een aandachtsgebied moet verplicht rekening worden gehouden met de geluidemissie van de provinciale weg.
Geluidregister
De gegevens die gebruikt worden voor het berekenen van de Geluidproductieplafonds worden verzameld in de Centrale Voorziening Geluidgegevens (CVGG). Het rijk, provincies, gemeenten en waterschappen moeten hiervoor verplicht geluidgegevens aanleveren. Gebruikers van de CVGG kunnen deze gegevens met een kaart overzichtelijk raadplegen of afnemen. Gebruikers zijn onder andere geluidexperts, beleidsmedewerkers, projectontwikkelaars en betrokken inwoners.
Heeft u vragen?
Maak dan gebruik van het vragenformulier of bel met het algemene telefoonnummer van de provincie.