Vraag en antwoord meetstations luchtkwaliteit
Wat betreft luchtkwaliteit richt de normering zich vooral op stikstofdioxide (NO2) en fijnstof (PM10, PM 2,5). Op infomil.nl vindt u een overzicht met de grenswaarden en de belangrijkste normen weergegeven. Op rijksoverheid.nl een overzicht met luchtvervuiling, grens en streefwaarden.
De luchtkwaliteit in Nederland wordt gemeten met het Landelijk Meetnet Luchtkwaliteit (LML). Dit meetnet wordt beheerd door het Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu (RIVM). Het RIVM gebruikt vervolgens de metingen om berekeningen van de luchtkwaliteit te controleren. Er worden tevens berekeningen gemaakt van de luchtkwaliteit in de toekomst. Met de resultaten van deze berekeningen maakt het RIVM jaarlijks kaarten met grootschalige concentraties en deposities in Nederland (in vaktermen GCN Grootschalige Concentratiekaarten Nederland en GDN Grootschalige Depositiekaarten Nederland, concentratiekaarten lucht verontreinigde stoffen).
Het is onmogelijk om overal de luchtkwaliteit te meten. Metingen van luchtkwaliteit kosten veel geld. Om de luchtkwaliteit in Nederland te meten heeft het RIVM op verschillende plekken in Nederland meetstations neergezet. Deze meetstations geven een goed beeld van de luchtkwaliteit in Nederland. De meetpunten zijn onderdeel van het landelijk meetnet luchtkwaliteit (LML) van het RIVM. Op rivm.nl vindt u meer informatie over het LML.
Ook al is de lucht de laatste tientallen jaren veel schoner geworden, toch is luchtverontreiniging nog steeds een serieus gezondheidsrisico in ons land. Gemiddeld leven we in Nederland 9 maanden korter door luchtverontreiniging. Daarom heeft de provincie samen met gemeenten en het Rijk het Schone Lucht Akkoord (SLA) ondertekend. Doel van het akkoord is gezamenlijk de luchtkwaliteit in Nederland permanent te verbeteren door aanpak van binnenlandse bronnen. Meer informatie over het SLA vindt u op www.schoneluchtakkoord.nl.
De provincie Noord-Brabant heeft een uitvoeringsagenda Schone Lucht Akkoord opgesteld. In deze agenda staan de belangrijkste maatregelen die de provincie gaat nemen om de luchtkwaliteit te verbeteren.
Het gaat om stikstofdioxide (NO2), Fijnstof (PM10, PM2,5), Ammoniak (NH3) en vluchtige organische stoffen (VOS). Stikstofdioxide en fijnstof worden altijd gemeten. Afhankelijk van de gekozen locatie wordt een keuze gemaakt voor ammoniak en/of VOS-metingen.
De metingen zijn bedoeld om de concentraties luchtvervuilende stoffen vast te stellen en niet bedoeld als handhavingsmetingen en toezicht. Geur wordt niet gemeten. Wel kunnen de uitkomsten van de metingen aanleiding zijn voor verscherpt toezicht.
Het Team Metingen en Onderzoek (TMO) van de Omgevingsdienst Midden- en West-Brabant voert de metingen uit. Zij zijn deskundig op het gebied van het uitvoeren van dergelijke metingen. Na afloop van een onderzoek publiceert TMO een rapport met conclusies en aanbevelingen.
De luchtkwaliteitsmetingen en analyses voldoen aan de Regeling Beoordeling Luchtkwaliteit (RBL). De RBL-regeling is te vinden op wetten.overheid.nl. De in dit project gebruikte meetmethodes zijn juridisch geschikt om luchtkwaliteit aan normen te toetsen.
Zoals onder vraag en antwoord 9 is beschreven, wordt de luchtkwaliteit in Nederland bepaald door een combinatie van meten en rekenen. De combinatie van metingen en berekenen geeft een betrouwbare indruk van de luchtkwaliteit. De provincie wil gemeenten en burgerinitiatieven de mogelijkheid bieden om de luchtkwaliteit op een bepaalde locatie specifiek te laten meten.
Metingen geven informatie over de gemeten concentratie van stoffen op de betreffende meetlocatie; door langere tijd op één plek te meten kunnen verschillen in meteo-omstandigheden (windrichting, weersomstandigheden) worden uitgemiddeld. Hierdoor kan een betrouwbaar resultaat worden gegeven over de gemeten luchtkwaliteit. Nadeel is dat metingen kostbaar zijn en geen informatie geven over de mogelijke bronnen van luchtvervuiling, of concentraties stoffen in de toekomst. Metingen zijn alleen representatief voor de betreffende locatie. Modelberekeningen zijn geschikt om voor heel Nederland dekkende berekeningen te maken voor nu en in de toekomst.
De provincie vergelijkt de binnengekomen aanvragen en hanteert hier onder andere de volgende criteria:
- Wat is de aanleiding om de metingen te doen?
- Wat is het doel van de metingen?
- Om welke stoffen gaat het (indien bekend)?
- Zijn er gevoelige bestemmingen (scholen, ziekenhuizen, kinderdagverblijven) in de buurt?
- Om hoeveel blootgestelden gaat het?
- Hoe hoog zijn de concentraties in het gebied (GCN/atlas leefomgeving)?
- Hebben er al eerder onderzoeken plaatsgevonden?
- In hoeverre zijn de aanleiding en het doel helder en onderscheidend ten opzichte van eerdere onderzoeken?
Heeft u vragen?
Maak dan gebruik van het vragenformulier of bel met het algemene telefoonnummer van de provincie.