Project Schoon Water voor Brabant

Resten van bestrijdingsmiddelen vervuilen het water en de bodem. Het verwijderen van deze stoffen is lastig en kost veel geld. Het waterleven gaat achteruit door resten die in het water achterblijven. Als resten van bestrijdingsmiddelen uiteindelijk in het grondwater komen kan dat problemen opleveren voor de drinkwatervoorziening.

Wat houdt het project in?

Ongeveer 110 grote bedrijven met intensieve teelten doen mee in het project. Het gaat dan om bedrijven met teelt van aardappelen, uien, vollegrondsgroente- en boomteelt. Zij krijgen begeleiding van een onafhankelijk adviseur. De bedrijven nemen maatregelen om het gebruik van chemische gewasbeschermingsmiddelen te verminderen. En ook om te zorgen voor minder uitspoeling van chemische middelen naar het grond- en oppervlaktewater.

Ongeveer 500 kleinere deelnemers krijgen via nieuwsbrieven en demobijeenkomsten informatie over maatregelen die zij kunnen nemen. Ook deze kleinere deelnemers kunnen een bedrijfsadviesgesprek krijgen om hun gebruik van bestrijdingsmiddelen te verminderen.

Veldproeven

Binnen het project worden ook veldproeven georganiseerd met mechanische onkruidbestrijding en niet-chemische plaagbestrijding. De resultaten worden gedeeld tijdens demodagen en veldbezoeken.

Minder bestrijdingsmiddelen

Een betere gewasbescherming blijkt in de praktijk heel goed samen te gaan met minder bestrijdingsmiddelen. Toch zijn enkele probleemstoffen nog steeds nodig in de landbouw. Voor deze probleemstoffen wordt gezocht naar alternatieven of manieren om het gebruik ervan zuiniger te maken.

Start van het project

Het project Schoon Water startte in 2001 in de grondwaterbeschermingsgebieden in Brabant. In 2012 werd besloten deze succesvolle aanpak in heel Brabant uit te rollen. Op dit moment doen ongeveer 600 ondernemers mee aan Schoon Water in Brabant. In 2024 is besloten weer voor 3 jaar door te gaan met het project.

De provincie, de Brabantse waterschappen en Brabant Water betalen het project.