Fraudeprotocol provincie Noord-Brabant
Elke vorm van fraude (oneigenlijk verkrijgen van overheidsbijdragen in de vorm van subsidies, fiscale voordelen, garanties of opdrachten) is maatschappelijk onaanvaardbaar.
Fraude ondermijnt het vertrouwen in de overheid en de door haar aangestelde uitvoeringsorganisaties op het terrein van subsidiëring. Bovendien lokt niet adequaat reageren op fraude nieuwe gevallen van fraude uit. De provincie Noord-Brabant hanteert een speciaal protocol bij constatering van mogelijke fraude.
Wat verstaat de provincie Noord-Brabant onder fraude?
Fraude kent vele verschijningsvormen. De essentie ervan is echter steeds dezelfde: mensen (of organisaties) eigenen zich geld of vermogensbestanddelen toe waar ze geen recht op hebben en tasten daardoor de rechten van anderen aan. Ze doen dat door bijvoorbeeld projecten niet uit te voeren, maar wel te verklaren dat ze zijn uitgevoerd of door kostenposten op te voeren terwijl die kosten niet zijn gemaakt. Daardoor benadelen ze de overheid en beperken ze anderen in hun aanspraak. Het begrip fraude als zodanig is niet gedefinieerd in het Wetboek van Strafrecht. Het gaat echter om zaken die doorgaans met de term fraude worden aangeduid, waarbij kan worden gedacht aan: valsheid in geschrifte, oplichting, bedrog, benadeling van de overheid als schuldeiser of rechthebbende, corruptie, diefstal en/of verduistering.
Terugvordering
Worden onregelmatigheden geconstateerd, dan onderzoekt de provincie de zaak nader. Daarbij onderscheidt de provincie, als het gaat om subsidie, een bestuursrechtelijk en een strafrechtelijk traject. De provincie voert het bestuursrechtelijke uit, of een ander orgaan namens haar. Dat is de hele uitvoering van aanvraag, beoordeling tot aan beschikking, bezwaar- en beroepsprocedures evenals het beheer tot en met vaststelling. Als wordt geconstateerd dat een aanvrager niet doet wat in de aanvraag staat, kan dat gevolgen hebben voor de subsidieverlening of de subsidievaststelling. De subsidieverlening of de subsidievaststelling kan lager worden vastgesteld of zelfs op nul worden gesteld. Is reeds (een deel) uitbetaald, dan kan dit teruggevorderd worden. Zelfs na vaststelling en uitbetaling van de subsidie, vordert de provincie eventueel terug wanneer alsnog onregelmatigheden boven tafel komen. Bij een vermoeden van fraude doet de provincie aangifte, zodat de zaak strafrechtelijk kan worden onderzocht en vervolgd. Zonodig worden afgegeven beschikkingen en onterechte betalingen teruggedraaid. Bij privaatrechtelijke programma’s, waarbij bijvoorbeeld projecten worden aanbesteed, wordt overeenkomstig het voorgaande gehandeld.
Bibob
Verder biedt de wet Bibob (Wet bevordering integriteitbeoordelingen door het openbaar bestuur) de mogelijkheid aan bestuursorganen om vergunningen en subsidies te weigeren of in te trekken. Ook is het met Bibob mogelijk om overheidsopdrachten niet te gunnen of opdrachten in te trekken. Dit kan plaatsvinden als een relatie met (dreigend) strafbaar gedrag (van private partijen) aannemelijk is of als de eisen van betrouwbaarheid van marktpartijen/opdrachtnemers in het gedrang komen. Het belang dat regering en parlement hechten aan het tegengaan van illegaal handelen blijkt uit het in werkingtreden op 1 juni 2003 van de Wet bevordering integriteitbeoordelingen door het openbaar bestuur (wet Bibob).
Vragen?
Wij helpen u graag verder!