Handreiking water en bodem in gemeentelijke visies en programma’s
Inhoud
Vitale bodem
Landelijk gebied
De agrarische sector is een belangrijke gebruiker van de bodem. Door het intensieve agrarische grondgebruik is de Brabantse bodem onvoldoende in staat om al haar bodemfuncties te leveren. Het gaat hierbij bijvoorbeeld om buffering van water en voedingsstoffen of bieden van een geschikt habitat voor het bodemleven. Hierdoor zijn water- en natuurdoelen moeilijker te realiseren. Verdichting én het afnemend vermogen om water in de bodem te bergen, leiden in natte perioden tot wateroverlast en in droge perioden tot een watertekort. Tegelijkertijd zien we dat er door uiten afspoeling van voedingsstoffen naar grond- en oppervlakte water en verdichting van de bodem geen optimale gewasopbrengsten meer worden bereikt. De niet opgenomen meststoffen zorgen op haar beurt er o.a. voor dat we onze waterkwaliteitsnormen (KRW, drinkwater) niet halen.
Een vitale bodem is noodzakelijk om de opgaven voor water en natuur op een doelgerichte en efficiënte wijze uit te voeren. Klimaat adaptieve maatregelen beginnen bij de bodem. Een investering in een vitale bodem geeft de ondernemer ook economische voordelen dankzij een mindere afhankelijkheid van externe inputs (zoals gewasbeschermingsmiddelen, beregening en kunstmest), stabielere gewasopbrengsten en op termijn lagere productiekosten.
De provincie wil dan ook toe naar een vitale bodem in landbouw- en natuurgebieden: een bodemsysteem met een gevarieerd bodemleven, met een goede bodemstructuur en bergend vermogen voor stoffen en water, dat in staat is tot zelfregulatie. Dit vloeit mede voort uit Europese verplichtingen, met name de Kaderrichtlijn water en de Habitatrichtlijn. Deze doelen werken ook door naar het gemeentelijke beleid.
De vitaliteit van de bodem kan op verschillende manier worden verbeterd. Zo kan de gewaskeuze en teeltmethode zoveel mogelijk wordt afgestemd op het water en bodemsysteem. Gewassen geteeld op een plek en met een methode passend bij het water en bodemsysteem zijn van nature gezonder en weerbaarder en hebben daardoor minder of geen kunstmatige hulpmiddelen nodig om toch een goede opbrengst te realiseren. Bij gebiedsontwikkeling is het daarom van belang om hier rekening mee te houden. Een uitwerking hiervan volgt in het Brabants programma landelijk gebied.
Verder kunnen boeren via het programma BodemUP Brabant worden ondersteund bij het nemen van de juiste bodemmaatregelen. BodemUP Brabant is een project dat als doel heeft om grootschalig bodemmaatregelen te realiseren op agrarische bedrijven in Noord-Brabant. Het project heeft een looptijd van 5 jaar (2022–2027) en wordt vormgegeven door een samenwerking van het waterschap Aa en Maas, waterschap De Dommel, waterschap Brabantse Delta, waterschap Rivierenland, Brabant Water en de provincie Noord-Brabant. Agrariërs krijgen via een bodemcoach advies op maat over passende bodemmaatregelen. Zo werken zij aan een vitalere bodem en een betere waterkwaliteit.
De gangbare landbouw kan daarnaast nog flinke stappen zetten, bijvoorbeeld door teeltondersteunende voorzieningen af te stemmen op het aanwezige waterpeil. Verder is een belangrijk uitgangspunt dat het principe ‘hydrologisch neutraal ontwikkelen’ moet worden omgebogen naar ‘hydrologisch positief ontwikkelen’, dit is in lijn met het Regionaal Water en Bodemprogramma van de provincie.
Stedelijk gebied
Voor wat betreft stedelijk gebied gaat het bij een vitale bodem vooral over de bodemgesteldheid in relatie tot stedelijke inbreiding. De gemeente Eindhoven heeft in dat kader bijvoorbeeld beleid ontwikkeld om bij verstedelijking en infrastructuur te streven naar een zo efficiënt mogelijk gebruik van de ruimte, het zo min mogelijk afdekken van de bodem en de bodem herstellen waar mogelijk. En daarbij ook te sturen op vermindering van onnodige bodemafdekking, ook in bestaand bebouwd gebied. Bodemafdekking leidt tot verlies aan biodiversiteit (De verscheidenheid aan leven in een bepaald gebied), verlies aan organische stoffen in de bodem en tot bodemverdichting. Dit zijn ongewenste ontwikkelingen die zoveel mogelijk moeten worden voorkomen.
De volgende provinciale beleidsonderwerpen zijn van belang voor het gemeentelijke beleid.
-
Omgevingsvisie
-
Aansturen op de ontwikkeling van nieuwe verdienmodellen in grondgebruik. Stimuleren van sluiten van de kringlopen, bij voorkeur lokaal of regionaal. Verbinden van agrarische ondernemers met de samenleving door meer passende duurzame functies te stimuleren en toe te staan in grondgebruik, natuurinclusieve, regeneratieve of kringlooplandbouw.
-
Visie op inzet van gemeentelijke eigendommen: verpachten van eigen gronden met duurzame voorwaarden en het stimuleren van anderen om dit ook te doen.
-
WRP
-
Nemen van maatregelen die passen bij de zones in de watertransitiekaart, typen van hoge gronden, flanken, beekdalen, lokale laagten, polders en buitendijks. Meer informatie is te vinden op: https://cuatro.sim-cdn.nl/dommel/uploads/handelingsperspectief_watertransitie.pdf
-
Gebiedsontwikkeling
-
Duurzaam inrichten van gebieden en het kiezen van functies en grondgebruik die passen bij de lokale omstandigheden en bodemopbouw, waarbij water en bodem sturend is. Dit is vooral van belang rond verdrogingsgevoelige natuur. Hier geldt dus ook ‘de juiste functie op de juiste plek’ op basis van onder andere het bodemsysteem. Vooralsnog kan daarvoor de Landschappelijke Bodemkaart (LBK) worden gebruikt: https://bodemdata.nl/downloads
-
Onderzoeken of bij provinciale ontgrondingen werk met werk mogelijk is voor bijvoorbeeld natuurontwikkeling, recreatie en zwemwater. De winning van zand en/of klei en de zorg voor het vrijkomen van voldoende grondstoffen voor de bouw kunnen zo de ruimtelijke inrichting of herontwikkeling versterken. Zie https://www.brabant.nl/onderwerpen/milieu/bodem-en-stortplaatsen/ontgrondingen