Handreiking water en bodem in gemeentelijke visies en programma’s
Inhoud
Voldoende water/herstel grondwater- en oppervlaktewatervoorraad
In de provincie Noord-Brabant is zowel de hoeveelheid grondwater als de hoeveelheid oppervlaktewater te laag. Het ont- en afwateringssysteem is in het landelijk en ook het stedelijk gebied nu nog vooral ingericht op afvoeren en niet op het vasthouden van water. Op verzoek van de partners van het Breed Bestuurlijk Grondwateroverleg (BBG) heeft een onafhankelijke adviescommissie voorstellen gedaan voor de aanpak van droogte in Brabant. In het Breed Bestuurlijk Grondwateroverleg zitten provincie, waterschappen, natuurorganisaties, Brabant Water, ZLTO en industriële grondwateronttrekkers.
Het eindrapport ‘Zonder water, geen later’ gaat in op maatregelen om droogte in de provincie tegen te gaan. In dit advies worden de richting van en afspraken uit het Grondwaterconvenant van de provincie Noord-Brabant bevestigd en de grote urgentie van de aanpak van droogte nogmaals benadrukt. Met een tijdshorizon van 2040 geeft het advies het langetermijnperspectief voor de aanpak van verdroging. Het Grondwaterconvenant (korte-termijn maatregelen) wordt uitgevoerd tot 2027. Naar aanleiding van het advies heeft het BBG een Droogte-agenda vastgesteld, aangevuld met de inbreng van gemeenten. In de Droogteagenda staat hoe het convenant en het advies zich tot elkaar verhouden en wat er extra wordt gevraagd op basis van het advies. De inhoud van de Droogte-agenda is vertaald in speerpunten en ontwikkeltrajecten, die door de BBG-partners worden uitgevoerd. De Droogteagenda 2.0 wordt medio 2024 vastgesteld, waarbij in een 5-tal factsheets een stukje governance wordt geregeld.
Een aantal van de hieronder genoemde punten vloeit voort uit Europese verplichtingen rond het herstel van de grondwatervoorraad KRW en natuurherstel (Habitatrichtlijn). Zoals eerder genoemd, werkt dit ook door naar het gemeentelijke beleid.
De volgende provinciale beleidsonderwerpen zijn van belang voor het gemeentelijke beleid. Deze raken met name aan de gemeentelijke hemelwater- en grondwatertaak.
-
Omgevingsvisie
-
Aandacht besteden aan de positieve effecten van afkoppelen en infiltratie van hemelwater op het tegengaan van verdroging, specifiek bij de hoge zandgronden.
-
Water vasthouden in de bodem en in watergangen in stedelijk en landelijk gebied, daar waar de gemeente invloed heeft.
-
Vergroten van bergingsmogelijkheden in de beekdalen, polders en overige laagtes.
-
Duurzaam inrichten van gebieden en kiezen voor passende functies, daarbij vooral aandacht hebben voor gebieden die invloed hebben op verdrogingingsgevoelige natuur en op landgebruik dat weinig water nodig heeft (of dat teelt/landgebruik juist aansluit bij een (verhoogd) overstromingsregime, zeker daar waar de beekdalen een grotere bergingsfunctie krijgen).
-
Aandacht besteden aan waterbesparing, circulair systeem, hergebruik water zodat minder drinkwater wordt gebruikt.
-
Cultuuromslag gericht op (drink)waterzuinig bouwen en leven (inzet van bedrijfsleven, kennisinstellingen en maatschappelijke organisaties).
-
WRP
-
Maatregelen nemen om waar mogelijk water vast te houden in plaats van af te voeren.
-
Toetsingskader voor afkoppelen en waterberging in de bebouwde omgeving, dat gebruikt kan worden bij vergunningverlening. Waarbij er geen sprake mag zijn van mobiele bodemverontreiniging want anders ga je het grondwater daardoor verontreinigen.
-
Gebiedsontwikkeling
-
Zo min mogelijk verharding toepassen en zoveel mogelijk verharding vervangen door groen.
-
Regenwater vasthouden en zoveel mogelijk infiltreren.
-
Inzet van waterbesparende technieken, beperking van het waterverbruik en hergebruiken van water bij nieuw te ontwikkelen bedrijventerreinen, woningbouw- en verstedelijkingsplannen. Samen met de provincie en projectontwikkelaars uitwerken van nieuwe perspectieven voor beperking van het watergebruik.
Instructieregel
De provincie heeft in de Omgevingsverordening een instructieregel opgenomen voor de Attentiezone waterhuishouding. Dit zijn zones die om een natuurnetwerk heen liggen. De instructieregel zorgt ervoor dat ontwikkelingen worden tegengehouden die een negatieve invloed hebben op (de grondwaterstand van) de natte natuurparels die in de attentiezone liggen. Als bijvoorbeeld grondlagen worden doorboord of de bodemopbouw wordt veranderd, kunnen stromingen in het grondwater veranderen. Meer informatie staat in de Handreiking omgevingsplan.